Op 10 juli heeft de Eerste Kamer ingestemd met een wetsvoorstel tot wijziging van de Wwft in verband met de implementatie van de Vierde Europese Anti-witwasrichtlijn. Deze wetswijziging moet de voorkoming en bestrijding van witwassen en het financieren van terrorisme versterken. Wanneer de wetswijziging exact in werking treedt is momenteel nog niet bekend. Het zal echter een kwestie van enkele weken zijn, gerekend vanaf 10 juli 2018.
Met dit bericht brengt de FIU-Nederland de gevolgen van deze wetswijziging voor de meldingsplicht van ongebruikelijke transacties in kaart.
Wat betekent de wetswijziging voor meldingsplichtige instellingen?
De plicht om ongebruikelijke transacties te melden bij de FIU-Nederland kent een aantal wijzigingen. Hieronder worden deze toegelicht.
1.Beroeps- of bedrijfsmatig handelende kopers en verkopers van goederen
Beroeps- of bedrijfsmatig handelaren in goederen moeten opletten: de Wwft krijgt een ruimere toepassing op hun werkzaamheden. De definitie van ‘handelaren’ wordt aangepast zodat de Wwft van toepassing is op “natuurlijke personen, rechtspersonen of vennootschappen die beroeps- of bedrijfsmatig handelen als koper of verkoper van goederen, voor zover betaling van deze goederen in contanten plaatsvindt voor een bedrag van € 10.000,- of meer, ongeacht of de transactie plaatsvindt in een handeling of door middel van meer handelingen waartussen een verband bestaat.”
Dit betekent dat deze handelaren al bij lagere contante transacties onder het bereik van de Wwft vallen en dus cliëntenonderzoek moeten verrichten en ongebruikelijke transacties dienen te melden. Bovendien geldt deze verplichting niet langer slechts voor de verkoop van de goederen, maar ook voor de in- en aankoop ervan.
Volgens een gewijzigde objectieve indicator dienen zij alle transacties te melden “waarbij tegen geheel of gedeeltelijke contante betaling een of meerdere voertuigen, schepen, kunstvoorwerpen, antiquiteiten, edelstenen, edele metalen, sieraden of juwelen gekocht of verkocht worden, waarbij het contant te betalen bedrag € 20.000,- of meer bedraagt.”
2. Aanpassing indicator risicolanden
Er zijn een aantal wijzigingen met betrekking tot objectieve meldindicatoren. Zo wordt in de nieuwe Wwft verwezen naar een in EU-verband opgestelde lijst met landen:
Een transactie van of ten behoeve van een (rechts)persoon die woonachtig of gevestigd is of zijn zetel heeft in een staat die op grond van artikel 9 van de vierde anti-witwasrichtlijn in gedelegeerde handelingen van de Europese Commissie is aangewezen als een staat met een hoger risico op witwassen of financieren van terrorisme.
Deze indicator, die voor alle meldergroepen geldt, houdt in dat alle transacties die voldoen aan deze indicator dienen te worden gemeld bij de FIU-Nederland.
3. Verlaging meldgrenzen
Van een aantal objectieve indicatoren wordt de meldgrens verlaagd:
Een belangrijke indicator blijft ongewijzigd: een transactie waarbij u aanleiding heeft om te veronderstellen dat deze verband kan houden met witwassen of financieren van terrorisme dient u te melden bij de FIU-Nederland.
4. Het bewaren van bewijs van gedane meldingen
De verplichting tot het bewaren van bewijsstukken die aantonen dat een instelling een bepaalde transactie heeft gemeld bij de FIU-Nederland bestaat nu reeds. Maar deze verplichting is in artikel 34 van de nieuwe Wwft veel specifieker omschreven. Zo is het ook de bedoeling dat de ontvangstbevestiging die een instelling na het doen van een melding krijgt bewaard wordt. Tenslotte is het belangrijk dat de in artikel 34 en elders in de Wwft genoemde bewaartermijnen niet worden ingeperkt door enige verplichting uit de AVG. De Wwft is leidend.
Bron: FIU-Nederland