Wetsvoorstel verplichtstelling vertrouwenspersoon opnieuw ingediend bij de Tweede Kamer

Afbeelding Wetsvoorstel verplichtstelling vertrouwenspersoon opnieuw ingediend bij de Tweede Kamer

Op 26 januari 2022 heeft mevrouw Senna Maatoug van GroenLinks het initiatiefvoorstel tot wijziging van de Arbowet in verband met het verplicht stellen van de vertrouwenspersoon opnieuw ingediend bij de Tweede Kamer. In oktober 2020 had haar partijgenoot, de heer Wim-Jan Renkema, het wetsvoorstel al ingediend, zie ons bericht op 21 oktober 2020, maar was de afdeling Advisering van de Raad van State volgens haar advies van 2 december 2020 niet overtuigd van het nut en de noodzaak van het verplichtstellen van de vertrouwenspersoon en heeft zij om die reden geadviseerd om het wetsvoorstel niet verder in behandeling te nemen. Naar aanleiding van dit advies heeft de initiatiefneemster in haar memorie van toelichting het nut en de noodzaak nader toegelicht en het wetsvoorstel opnieuw ingediend. Het wetsvoorstel ligt op dit moment voor behandeling bij de Tweede Kamer.

Nut en noodzaak verplichtstellen vertrouwenspersoon

In de memorie van toelichting benadrukt de initiatiefneemster nadrukkelijk het belang van het verplichtstellen van een vertrouwenspersoon op de werkvloer. Zij verwijst daarbij, logischerwijze, naar recente gebeurtenissen van ongewenst gedrag op de werkvloer waaronder bij The Voice of Holland maar merkt daarbij ook op dat het geen nieuw fenomeen is op de werkvloer en overal, ook in kleine ondernemingen, voorkomt. Om die reden merkt de initiatiefneemster in de bijbehorende memorie van toelichting op dat de grootte van de organisatie en de welwillendheid van de werkgever geen invloed moeten hebben op het instellen van een vertrouwenspersoon. De initiatiefneemster voorziet een zeker hefboomeffect van het verplichtstellen van een vertrouwenspersoon: “door de wettelijke verplichting komt er meer aandacht voor het onderwerp, waardoor meer werkgevers ook het belang zullen gaan inzien van het hebben van een vertrouwenspersoon.”

Suggesties voor een laagdrempelige inrichting

Om tegemoet te komen aan het argument dat het verplichtstellen van vertrouwenspersonen voor kleine ondernemingen een probleem kan opleveren, heeft mevrouw Maatoug in haar memorie van toelichting suggesties opgenomen om op organisatorisch en financieel gebied de vertrouwenspersoon laagdrempelig in te richten. Zo heeft de initiatiefneemster in het wetsvoorstel expliciet de mogelijkheid opgenomen om een externe vertrouwenspersoon aan te wijzen.

Versterken van rechtspositie in Arbowet

In de memorie van toelichting beargumenteert de initiatiefneemster daarnaast dat het enkel opnemen van de verplichting tot het hebben van een vertrouwenspersoon in de wet onvoldoende is. Om ervoor te zorgen dat de vertrouwenspersoon goed en onafhankelijk zijn werk kan doen moeten er volgens haar ook waarborgen in de Arbowet worden opgenomen om de rechtspositie van de vertrouwenspersoon te versterken.

Proces

Het wetsvoorstel is  op 1 februari 2022 in de procedurevergadering  van de vaste commissie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid besproken waarbij de inbrengdatum procedureel is vastgesteld. De leden van de commissie krijgen nu drie weken de gelegenheid om inhoudelijk te reageren op het wetsvoorstel. Vervolgens zal het wetsvoorstel inhoudelijk worden besproken in de commissie. Mede gelet op de recente gebeurtenissen van ongewenst gedrag krijgt het wetsvoorstel daarna hopelijk spoedig een verder vervolg want zoals het spreekwoord luidt: “Men moet het ijzer smeden als het heet is”.  

Auteur

Afbeelding

Adinda Lammens

senior compliance officer, adviseur en externe vertrouwenspersoon