Vanuit toezicht is er blijvende en toenemende aandacht voor de transitie naar een duurzame samenleving. Zowel AFM als DNB noemen duurzaamheid als een prioriteit en een van hun belangrijkste activiteiten voor 2022 en verder. Beide toezichthouders onderkennen de uitdagingen voor de financiële sector maar geven respectievelijk aan dat ‘duurzaamheidsaspecten op een verantwoorde en zorgvuldige manier geïntegreerd moeten worden in financiële producten en diensten, zodat consumenten en beleggers er op kunnen vertrouwen dat financiële producten en diensten met een toegezegd duurzaam karakter ook daadwerkelijk duurzaam zijn’ en dat ‘(DNB) blijft hameren op goed risicomanagement van de financiële instellingen. Dit begint bij het goed meten van de risico’s die instellingen lopen.’
DNB ziet kansen maar benadrukt dat:
CSRD vervangt de NFRD[1]
Voor wie het even kwijt was: NFRD staat voor Non-Financial Reporting Directive (richtlijn niet financiële rapportage of ook wel NFI-richtlijn in het Nederlands). De NFRD is een EU richtlijn en moest dus eerst worden omgezet naar nationale wetgeving. Voor Nederland waren daar twee besluiten[2] voor nodig die grote[3] beursvennootschappen, banken en verzekeraars verplichten tot het opnemen van een niet-financiële verklaring en een diversiteitsverklaring in respectievelijk hun bestuursverslag en hun corporate governance verklaring.
Waar gaat de NFRD over?
Deze regelgeving gaat er kortweg over dat aangewezen organisaties bekend moeten maken hoe zij omgaan met duurzaamheid en duurzaamheidsrisico’s. We hebben het dan bijvoorbeeld over complexe onderwerpen als het omgaan met mensenrechten, milieuvraagstukken, sociale vraagstukken, het omgaan met de bestrijding van corruptie, maar ook over zaken als diversiteits- en personeelsbeleid.
(Grote) ondernemingen moeten vanaf boekjaar 2018 in hun jaarverslagen onder meer publiceren over intern beleid, onderkende risico’s en omgang met die risico’s vertaald naar behaalde resultaten in hun jaarverslagen. Dat is allemaal niet niks om aan organisaties op te leggen, maar daar zit een gedachte achter.
De NFRD is bedoeld om het vertrouwen van consumenten (lees: deelnemers) en investeerders (lees: pensioenfondsen) te vergroten. Dat sluit mooi aan bij wat AFM en DNB ook als speerpunt voor 2022 en verder hebben opgenomen en dat is niet verbazingwekkend want ons toezicht volgt de vereisten uit Europa.
Waarom is dit ook van belang voor pensioenfondsen?
In de DNB studie Op weg naar een duurzame balans uit december 2021 wordt de verwijzing gemaakt naar de in 2019 in de Pensioenwet geïmplementeerde Institutions for Occupational Retirement Provision (IORP) II. ‘Daardoor zijn pensioenfondsen verplicht risico’s op het terrein van milieu en klimaat, mensenrechten en sociale verhoudingen (ESG-risico’s) mee te nemen in het risicobeheerraamwerk en de eigen risicobeoordeling[4]. Daarnaast dienen pensioenfondsen op grond van de prudent person regel te beleggen in het belang van aanspraak- en pensioengerechtigden[5]. Tot slot moeten pensioenfondsen in hun jaarverslag vermelden op welke wijze zij in het beleggingsbeleid rekening houden met ESG-risico’s.’
Pensioenfondsen zijn grote investeerders en kunnen via hun stemrecht effectief meebeslissen over hoe, waar en waarin zij de premies van hun deelnemers willen investeren. Die invloed moet dan ook worden aangewend om de ambitie om te komen tot een duurzame wereldeconomie, het vergroten van maatschappelijke rechtvaardigheid en een betere bescherming van ons milieu te realiseren. Het aantal pensioenfondsen dat duurzaamheid als speerpunt meeneemt in hun beleggingsfilosofie neemt gestaag toe. Dat is bemoedigend, maar we zijn er nog niet en de transitie is zeker niet zonder risico’s.
Volgens de eerder genoemde DNB studie blijkt verder dat de overgang naar een CO2-neutrale economie tot zogenaamde duurzaamheidsrisico’s kan leiden voor financiële instellingen.
‘Zo kunnen aanpassingen in het klimaatbeleid van overheden leiden tot verhoogde krediet- en marktrisico’s als gevolg van onverwachte of voortijdige afschrijvingen op en afwaarderingen van hun activa (zogenaamde stranded assets). De effectiviteit van het klimaatbeleid van overheden is ook sterk bepalend voor de omvang van transitierisico’s. Een minder strikt klimaatbeleid leidt op korte termijn weliswaar tot kleinere transitierisico’s, maar dwingt tegelijkertijd tot harder overheidsoptreden in de toekomst met grotere transitierisico’s tot gevolg.’
Uit de studie blijkt daarnaast dat het transitierisico de komende jaren verder toeneemt. De geplande activiteiten van bedrijven waar pensioenfondsen en verzekeraars in beleggen, wijken de komende jaren namelijk in toenemende mate af van het transitie pad dat nodig is om de klimaatdoelen van het VN-verdrag van Parijs te halen. Dit betekent overigens niet dat de beleggingen in deze bedrijven per se moeten worden afgebouwd. Door middel van bijvoorbeeld het stemgedrag op aandeelhoudersvergaderingen of engagement kunnen financiële instellingen bedrijven waar ze in beleggen, bewegen om hun CO2-intensieve activiteiten af te bouwen en te investeren in CO2-arme alternatieven.’
Waarom nu al een vervanging door de CSRD?
Het antwoord is relatief simpel: teveel bedrijven melden te weinig over financiering van en belegging in duurzaamheid op een niet uniforme wijze waardoor het toezicht niet naar wens kan worden uitgevoerd.
CSRD staat voor Corporate Sustainability Reporting Directive en de Europese commissie heeft op 21 april 2021 dit wetsvoorstel ter herziening van de NFRD gepubliceerd om de reikwijdte van de NFRD te verbreden maar ook om de verslaggevingsstandaard te uniformeren zodat vergelijking beter mogelijk wordt.
Wat verandert er bij inwerkingtreding van de CSRD?
De CSRD wordt naar verwachting medio 2022 aangenomen door het Europees Parlement en de Europese Raad en moet dan per 1 december 2022 worden opgenomen in nationale wetgeving. In juni moet dan de eerste set van rapportagestandaarden (opgesteld door de European Financial Reporting Group) worden opgeleverd en in oktober 2023 de tweede set. Deze zullen naar verwachting voor het eerst gehanteerd moeten worden in 2024 in de bestuursverslagen over boekjaar 2023. Het is dus zaak dat u als fondsbestuurders nu al heeft ingezet op het maken van een goede GAP-analyse om voorbereid te zijn op de aanvullende verplichtingen uit de CSRD en dat u dit heeft afgestemd met uw accountant.
Interessante artikelen en of bronnen
[1] Europese richtlijn 2014/95/EU
[2] het Besluit bekendmaking diversiteitsbeleid van december 2016 en het Besluit bekendmaking niet-financiële informatie (BNFI) van maart 2017. Ingangsdatum 2018 over boekjaar 2017.
[3] Om als ‘groot’ te kwalificeren moeten ondernemingen aan 2 van de drie volgende criteria voldoen: 1) een balanstotaal van meer dan € 20 miljoen; 2) een netto-omzet van meer dan € 40 miljoen; 3) een gemiddeld aantal werknemers over het boekjaar van meer dan 250 (rapportage over het diversiteitsbeleid), respectievelijk meer dan 500 (de overige niet-financiële rapportage).
[4] Zie: artikel 143 van de Pensioenwet, artikel 138 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling en artikel 18 van het Besluit financieel toetsingskader pensioenen.
[5] Zie: artikel 135 Pensioenwet. De European Insurance and Occupational Pensions Authority (EIOPA) zal op verzoek van de EC beoordelen of de prudent person regel moet worden verduidelijkt en onderzoeken op welke wijze integreren van impact in beleggingsbeslissingen een verplicht karakter kan krijgen (EC (2021a)