De Wet bescherming klokkenluiders is aangenomen in gewijzigde vorm

Afbeelding De Wet bescherming klokkenluiders is aangenomen in gewijzigde vorm

Op 20 december heeft de Tweede Kamer het wetsvoorstel voor de Wet bescherming klokkenluiders aangenomen. Tijdens de plenaire behandeling vorige week in de Tweede Kamer was een aantal amendementen ingediend door Kamerleden. Een aantal daarvan is gisteren aangenomen waardoor de wettekst wijzigt op zes punten.

In dit artikel licht ik deze wijzigingen kort toe en geef ik aan of dit gevolgen heeft voor de meldregeling die je als organisatie moet inrichten.

  1. Huis voor klokkenluiders krijgt sanctioneringsmogelijkheden
    De afdeling onderzoek van het Huis voor klokkenluiders krijgt de bevoegdheid om via de bestuursrechtelijke weg sancties op te leggen aan werkgevers. Hierbij kan, afhankelijk van de aard van de overtreding en de gevolgen daarvan, gekozen worden voor een herstelsanctie of een bestraffende  sanctie. Het Huis mag sancties opleggen wanneer de werkgever zich niet goed gedraagt tegen de melder, geen opvolging geeft aan de aanbevelingen van de afdeling onderzoek of geen goed intern meldkanaal heeft ingericht. Deze handhavingsmogelijkheid wordt verder nog uitgewerkt in een AMVB.

    Ik denk dat dit een hele goede en belangrijke wijziging is van de Wet bescherming klokkenluiders. Door de handhavingsbevoegdheid toe te kennen aan het huis verschuift de last van naleving van deze wet van de melder naar de werkgever. Hierdoor wordt de kans vergroot dat meer melders een minder zwaar traject hoeven te doorlopen omdat het Huis hen beter kan ondersteunen.

    Werkgevers hoeven als gevolg van deze recente wijziging hun bestaande interne meldregeling hier niet op aan te passen; het betreft immers het Huis.

  2. Toestemming melder
    In de oorspronkelijke wettekst was de bepaling opgenomen dat een bevoegde autoriteit een melding van een melder doorzet naar een andere bevoegde autoriteit wanneer de melder bij de verkeerde bevoegde autoriteit heeft gemeld. Het aangenomen amendement leidt ertoe dat bevoegde autoriteiten dit alleen met toestemming van de melder mogen doen, omdat het zo zou kunnen zijn dat de melder bewust bij een andere autoriteit meldt bijvoorbeeld uit angst voor represailles.

    De interne meldregeling moet alleen aangepast worden wanneer ook uitleg is gegeven aan melders over hoe het proces verloopt wanneer zij extern melden aan een bevoegde autoriteit.

  3. Anonieme melding via een vertrouwenspersoon of een tussenpersoon
    Werkgevers worden verplicht om in de meldregeling op te nemen via welke aangewezen onafhankelijke functionarissen een melder anoniem kan melden en welke functionarissen opvolging kunnen geven aan die anonieme melding. In de toelichting is aangegeven dat deze onafhankelijke functionaris moet beschikken over een gecertificeerde opleiding,  een eed moet hebben afgelegd en los moet staan van de instantie waar de melder werkzaam is. Hierbij wordt een advocaat als voorbeeld genoemd. De precieze uitwerking hiervan vindt plaats in lagere regelgeving.

    Het lijkt mij verstandig om voor een externe melding aan bevoegde autoriteiten verplicht te stellen dat dit via een tussenpersoon of een vertrouwenspersoon moet plaatsvinden. Zo kun je als bevoegde autoriteit contact houden met de melder. Ik vraag mij af of het ook de bedoeling is dat interne meldingen via een externe tussenpersoon zouden moeten verlopen. Als dat de bedoeling is, dan werkt dit drempelverhogend. Dat zou mijn inziens in strijd zijn met de geest van deze wet. Ik heb dit als vraag bij BZK uitgezet en zal dit artikel bijwerken als ik het antwoord heb ontvangen.

    De interne meldregeling moet sowieso aangepast worden ten aanzien van de externe anonieme melding en wellicht ook ten aanzien van de interne anonieme melding.

  4. Uitbreiding benadelingsverbod
    Het benadelingsverbod is nu ook van toepassing op rechtspersonen die de melder bijstaan. Voorheen was dit alleen van toepassing op natuurlijke personen die de melder bijstaan. De interne meldregeling moet hierop worden aangepast, zodat helder is wie en wat er onder het benadelingsverbod vallen.
  5. Evaluatie wet
    De evaluatie van de wet wordt eens in de drie jaar uitgevoerd in plaats van eens in de vijf jaar. Deze wijziging heeft geen gevolgen voor de interne meldregeling van werkgevers.
  6. Meldkanaal bij het Huis voor klokkenluiders
    Het Huis voor klokkenluiders wordt via deze wet ook verplicht om een intern meldkanaal in te richten. Deze verplichting leidt niet tot wijzigingen van interne meldregelingen bij werkgevers.

 

Eerdere wijzigingen

Ben je benieuwd naar eerdere wijzigingen? Zie dan mijn eerdere artikelen over de initiële wettekst, en de eerste, tweede en derde Nota van wijziging. In dit artikel licht ik alleen de allerlaatste wijzigingen toe.

Hoe nu verder?

De Commissie voor Binnenlandse Zaken van de Eerste Kamer heeft de behandeling van dit wetsvoorstel ingepland op 17 januari 2023. Na behandeling binnen deze commissie zal het aangemeld worden voor plenaire behandeling in de Eerste Kamer en daarna kan gestemd worden.

Ik vermoed dat de wet niet eerder in werking kan treden dan april 2023. De wet kent geen overgangstermijn voor de meeste organisaties. Alleen organisaties tot 250 werknemers krijgen de tijd tot 17 december 2023. Dat betekent dat alle werkgevers met 250 werknemers of meer direct moeten voldoen. Mocht je nog niet begonnen zijn, dan adviseer ik je om dat alsnog z.s.m. te doen, te meer omdat er instemmingsrecht geldt voor een OR, een PVT of voor meer dan 50% van de werknemers wanneer je geen OR of PVT hebt binnen de organisatie.

Wil je meer weten over de nieuwe wet?

Mocht je meer willen weten over de implementatie van de wet, volg dan onze ‘Update Wbk pagina’ of wees van harte welkom op onze online themamiddag ‘Veilig de klok luiden’ die we op 4 april 2023 weer organiseren. Je kunt me ook rechtstreeks benaderen voor je vragen.

Bron:

Stemmingsuitslagen Tweede Kamer