Niels Arends
Als één onderwerp het financiële nieuws domineerde aan het einde van 2022, dan was het wel de ondergang van het FTX-imperium.1 Een van de oprichters van het bedrijf, Sam Bankman-Fried, werd door de Amerikaanse autoriteiten niet alleen beschuldigd van fraude en het verduisteren van miljarden dollars, maar ook van ´cyberlaundering´.2 Bankman-Fried is op dit moment op borgtocht vrij, maar zal zich naar alle waarschijnlijkheid de komende maand herhaaldelijk bij de rechtbank mogen melden. De bezittingen van de FTX-baas zijn inmiddels in beslag genomen, met de hoop dat daarmee zowel klanten als schuldeisers betaald kunnen worden.3
Voor velen is de zaak maar lastig te volgen: Hoe kan iemand bijna moeiteloos miljarden doen verdwijnen? Waar is al dat geld heen? Maar vooral: Wat is ‘cyber-laundering’? Is het anders dan witwassen? En wat doen wij ertegen, zowel in Europa als specifiek in Nederland?
Dit artikel is deel 1 van een driedelige serie over cyber-laundering. In deze serie geef ik een korte introductie over cyber-laundering. Ik leg uit wat het is; waarom het anders is dan ‘standaard’ witwassen; welke wetgeving betrekking heeft op cyber-laundering; wat men als beleid tegen cyber-laundering gebruikt; en of dit beleid goed werkt. Uiteraard zal ook de rol van de compliance officer hierbij aan bod komen.
Dit artikel focust op de vraag: Wat is cyber-laundering?
Wat is witwassen?
Om te begrijpen wat cyber-laundering is, is het essentieel om eerst te begrijpen wat witwassen is. De FIU-Nederland omschrijft witwassen als: “Het (doen) verrichten van handelingen, waardoor een voor de wet verzwegen vermogensaanwas ogenschijnlijk een legale oorsprong krijgt. Het doel van witwassen is het versluieren van de herkomst van geld.”4 Sinds 2001 is witwassen zelfstandig strafbaar. Dat betekent dat er geen veroordeling van een gronddelict (zoals drugs- of mensenhandel) nodig is om de handeling van witwassen strafbaar te stellen. Het Wetboek van Strafrecht noemt verscheidene vormen van witwassen:
FIU-Nederland herkent bij elke vorm van witwassen ook verschillende witwasfasen, die als onderdelen van het witwasproces moeten worden gezien:
Doorgaans wordt zowel door toezichthouders als de wetenschappelijke literatuur ook gesproken over subfases binnen de integratiefase, te weten de fasen van rechtvaardiging en investeringen. Bij de rechtvaardigingsfase wordt geprobeerd om het criminele vermogen een ogenschijnlijk legale herkomst te geven; bij de investeringsfase gebruikt de crimineel het geld voor het beoogde doel, namelijk het investeren van illegaal verkregen vermogen vanuit de onderwereld in de bovenwereld. Het geld maakt in de investeringsfase dus onderdeel uit van de wettige economie.7
Wat is cyber-laundering?
De FIU-Nederland heeft zelf geen definitie voor cyber-laundering (of ‘online-witwassen’). Beschrijvingen van cyber-laundering leggen doorgaans nadruk op het feit dat het witwassen betreft waarbij ‘transacties online plaatsvinden’. Het in de wetenschap veel geciteerde boek Legal Principles for Combatting Cyberlaundering geeft een net wat andere definitie:
“Cyberlaundering is the use of a computer to form a transaction or a relationship involving property or benefit, whether tangible or intangible, which is derived from criminal activity.”8
Bij deze definitie wordt niet zozeer aandacht gegeven aan de locatie van de transactie (n.b. ‘online’), maar het medium dat de transactie mogelijke maakt: de computer. Hoewel het gebruik van een computer en het internet vanzelfsprekend lijkt, werpt dit echter wel de vraag op wanneer sprake is van cyber-laundering of ‘conventioneel’ witwassen. Want welk gedeelte van de witwasfasen moeten online plaatsvinden voordat een handeling als cyber-laundering kan worden getypeerd?
Zowel in de wetenschap als bij beroepsprofessionals (bijv. AML analisten zowel in de 1e als 2e lijn, maar uiteraard ook AML/CTF compliance officers) wordt hier verschillend over gedacht. Zo wordt in sommige gevallen beargumenteerd dat er bij cyber-laundering geen sprake kan zijn van een plaatsingsfase, omdat het vermogen al in elektronische vorm bestaat, en dus ‘bestaat’ in cyberspace.9 Anderen menen dat er nog steeds sprake kan zijn van plaatsing, omdat criminelen geregeld ‘fysiek vermogen’ (denk aan bankbiljetten) omzetten in digitale valuta via transferkantoren. Aangezien het witwassen in dit geval nog steeds online gebeurt (de plek waar de verhulling plaatsvindt), zou sprake zijn van cyber-laundering.10
Over de andere witwasfases bestaat in het algemeen meer consensus. Bij de versluieringsfase worden online complexe lagen van financiële transacties uitgevoerd waarmee de audit-trail ogenschijnlijk gebroken wordt. Dit kan via ‘simpele’ overschrijvingen van rekening naar rekening (vaak via offshore centra); maar ook door het aankopen van andere digitale valuta en/of investeringen (bijv. aandelen).11 Voor de crimineel zijn hierbij drie zaken van belang. De transacties moeten:
1) Snel;
2) met (grote) afstand van de bron; en
3) anoniem gedaan worden.12
Dit alles wordt tegenwoordig vrij gemakkelijk mogelijk gemaakt door het gebruik van online financiële diensten, waar bij sommige financiële instellingen niet alleen vrij gemakkelijk meerdere accounts aan te maken zijn , maar ook identiteitsgegevens gemakkelijk vervalst kunnen worden. Daar komt bij dat online transacties snel buiten de voor de crimineel geldende jurisdictie vallen, door middel van transfers naar buitenlandse rekeningen.13 Hierdoor worden opsporingsdiensten bij onderzoek naar audit-trails significant belemmerd.14
Ook de rechtvaardigingsfase kan compleet online plaatsvinden. Zo kan een crimineel ervoor kiezen om online facturen te vervalsen; of een winnend lot te fabriceren.15 De meest efficiënte manier lijkt het opzetten van een online bedrijf/organisatie met dienstverlening.16 Criminelen kunnen via het verschaffen van dienstverlening (echt of nep) een van criminele herkomst afkomstig vermogen legitiem laten overkomen. Een online nep-casino is een goed voorbeeld: Hoewel een crimineel geen daadwerkelijke dienstverlening opzet (er hoeft geen echt geld bij gokkers te worden geïnd), kunnen betalingen of winsten over de inzet van fictieve gokkers wel in de boekhouding worden opgenomen. Geldstromen komen van de crimineel zelf via buitenlandse rekeningen die niet te herleiden zijn. Hierdoor lijkt het alsof de crimineel op een legale manier geld verdient aan buitenlandse gokkers, maar stort hij/zij in werkelijkheid alleen geld van de ene rekening naar de andere.
Op het moment dat de crimineel zijn uit criminele herkomst verkregen vermogen spendeert aan wettelijke middelen en/of diensten, kan gesproken worden over de integratiefase. Hierbij is het natuurlijk mogelijk dat de crimineel ervoor kiest om zijn vermogen om te zetten in diensten en/of producten die zich niet in cyberspace bevinden, zoals auto’s, vastgoed, elektronica, enz.17
Middelen en diensten gevoelig voor cyber-laundering
Hoewel de bovengenoemde discussie duidelijk een verschil laat zien tussen ‘conventioneel’ witwassen en cyber-laundering, is het nog steeds niet helemaal duidelijk hoe cyber-laundering in de praktijk wordt uitgevoerd. Hiervoor is het beter om te kijken naar de middelen en diensten die door criminelen ten dienste van cyber-laundering worden gebruikt.
Op basis van de FATF, nieuws- en wetenschappelijke artikelen, kunnen de volgende diensten en middelen de basis vormen voor cyber-laundering:
Tot slot
We hebben in dit eerste deel gekeken naar de definitie van cyber-laundering, de verschillende online witwasfasen, en de middelen en diensten die hiervoor gebruikt worden. Volgende keer geef ik aandacht aan de (internationale) wetgeving die is opgesteld om cyber-laundering tegen te gaan, en stel ik de vraag: Werkt deze wetgeving?