Onlangs heeft het IMF een working paper van Ashraf Khan gepubliceerd over het belang van het toepassen van gedragsmatige inzichten voor het financieel toezicht. Ashraf weidt in zijn paper uit over drie categorieën van gedragsmatige elementen.
Normen
De eerste categorie zijn normen. De relevante normen zijn juridische, sociale en marktnormen. Juridische normen bestaan uit de wet en jurisprudentie. Sociale normen zijn minder tastbaar en zijn onderdeel van de waarden, het moreel, ethiek en ideeën van de gemeenschap. Marktnormen hebben te doen met vraag en aanbod – de markt waar alle goederen en diensten worden aangeboden en gezocht.
Gedrag van anderen
Het tweede gedragsmatige element waar Ashraf van spreekt is gedrag van anderen. Er zijn drie vormen te onderscheiden die aangeven hoe gedrag van andere individueel gedrag beïnvloedt. Dit zijn: internalisatie, identificatie en conformatie. Internalisatie betekent onderschrijven van een intrinsieke norm, een norm die ‘voelt alsof het eigen is’. Het gaat daarbij vooral om de inhoud van de norm en niet hoe, door wie of wanneer de norm is opgelegd. Identificatie is het bewust, willig volgen van gedrag van anderen waarvan je getuige bent. Het gedrag waarvan je getuige bent kan je onderschrijven en dus zie je het als gedrag dat je zelf zou willen laten zien. Conformiteit is de situatie waarin we een norm accepteren om zo niet af te wijken van de groep.
Biases
Als laatste noemt Ashraf biases. Deze spelen een rol bij individuele besluitvorming. Heuristische principes geven simpele overviews in zaken waarin het beoordelen van kansen en uitkomsten anders meer inspanning zou vergen. Wanneer mensen nadenken gebruiken ze concepten, categorieën, identiteiten, prototypes, stereotypen, causale verbanden en het wereldbeeld dat ze hebben vanuit hun gemeenschap. Er worden verschillende voorbeelden van biases gegeven in de working paper.
Gedragsmatige aanpak
Er wordt in de paper benadrukt dat de bovenstaande gedragsmatige elementen meegewogen zouden moeten worden in regelgeving en toezicht. Er zijn drie gebieden waarin financiële toezichthouders en handhavers gedragsmatige kennis en expertise zouden moeten betrekken: onderzoek, toezicht en handhaving. Zij moeten een gedragsmatige aanpak bedenken welke aspecten van zowel individueel- als groepsgedrag bevat.
De working paper noemt als voorbeelden gedragsmatig toezicht en het opstellen van richtlijnen voor medewerkers die zich bezighouden met opstellen van regelgeving en het toezicht hierop. Ter illustratie worden het toezicht op gedrag en cultuur door De Nederlandsche Bank en het Behavioural Insights Team in het Verenigd Koninkrijk aangehaald. Daarnaast moeten centrale banken, financiële toezichthouders en handhavers overwegen hoe gedragsmatige elementen invloed hebben op hun eigen besluitvorming, communicatie en risicomanagement.
Verder onderzoek moet volgens Ashraf worden uitgevoerd op het gebied van integratie van gedragsexpertise in de selectie en toepassing van interventies bij toezicht, onderzoek naar de gedragsmatige impact van toezicht zelf en de link tussen gedragsmatige elementen en systematisch risico.
Bron: IMF