Ruud van der Mast
Op 31 januari 2024 heeft het Ministerie van Financiën het Wijzigingsbesluit financiële markten gepubliceerd.1 Dit besluit beschrijft wijzigingen voor het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen (BGfo), Besluit prudentiële regels (Bpr), Besluit financiële markten BES en andere besluiten op het terrein van de financiële markten die per 1 juli 2024 inwerking zullen treden. In dit artikel beschrijven we een drietal belangrijke wijzigingen in het BGfo en Bpr.
Robo-advies
Het BGfo wordt uitgebreid met een definitie van geautomatiseerd advies. Hierbij gaat het om advies door een geautomatiseerd systeem zonder tussenkomst van een natuurlijk persoon. In eerdere stukken wordt ook wel gesproken over Robo-advies. Deze definitie is relevant omdat art. 32da wordt toegevoegd. Hierin wordt bepaald dat een financieel dienstverlener, per product waarover geautomatiseerd geadviseerd wordt, een verantwoordelijke aanwijst die voldoet aan de vakbekwaamheidseisen. Daarnaast dient de passendheid van de adviezen gemonitord te worden en zijn andere vereisten, zoals we deze kennen uit productgoedkeuring, van toepassing.
De uitwerking in het BGfo sluit aan bij de zienswijze die de AFM2 al in 2018 heeft gepubliceerd. In een bijdrage uit juni 2023 heeft mijn collega Loek Moerman hier al wat aandacht aan besteed. Voor de financiële dienstverleners die zich reeds bezighouden met geautomatiseerd advies verwacht ik niet veel impact vanuit deze BGfo wijziging. Uiteraard moet een dienstverlener die dit toepast rekening houden met bijvoorbeeld de omstandigheden uit geautomatiseerde gegevensverwerking uit bijvoorbeeld de AVG.
Provisietransparantie
Lang verwacht en toch gekomen is de provisietransparantie voor bemiddelaars en adviseurs. De nieuwe regels zijn opgenomen in art. 86d BGfo. Hierbij wordt gesteld dat de bemiddelaar of adviseur bij afsluit- of doorlopende provisies vooraf (actief) de klant informeert over de hoogte van de provisie danwel een zo nauwkeurig mogelijke indicatie van het bedrag. Eerder werd hier ook wel gesproken over ‘het fijnmazig gemiddelde’. Deze provisietransparantie die nu dus ook voor eenvoudige producten gaat gelden heeft een lange aanloop gekend en heeft impact op veel financieel dienstverleners die hun systemen en informatievoorziening aan de klant moeten herinrichten.
Het is mijn verwachting dat financieel dienstverleners en aanbieders duidelijk moeten krijgen welke provisies op welke producten/diensten van toepassing zijn. Vervolgens dienen systemen aangepast te worden om de klant deze duidelijkheid te bieden. Dit zal zijn impact hebben en vraagt om de nodige voorbereiding.
Clientauthenticatie betaaldienstverlener
Art. 26h Bpr wordt gewijzigd door het toevoegen van momenten waarop een sterke clientauthenticatie toegepast moet worden ter bescherming van de vertrouwelijkheid en integriteit van persoonlijke gegevens van de gebruiker. Het betreft hier het moment dat de betaler via internet toegang tot de betaalrekening verschaft, een elektronische betaling initieert, een betaler via een communicatiemiddel op afstand een handeling uitvoert die betaalfraude met zich mee kan brengen, een betaling via een betaalinitiatiefdienstverlener wordt geïnitieerd of informatie via een rekeninginformatiedienstverlener wordt opgevraagd.
De verbijzondering geeft dienstverleners meer duidelijkheid.
Het Nederlands Compliance Instituut adviseert organisaties onder andere over de implementatie van wet- en regelgeving.