Betaalinstellingen en elektronischgeldinstellingen hebben de wettelijke plicht om in bewaring genomen geldmiddelen van cliënten zodanig in veiligheid te stellen dat deze niet vermengd kunnen worden met geldmiddelen van hun andere schuldeisers.
Er is een situatie ontstaan waarin financiële ondernemingen geldmiddelen van cliënten veiligstellen via specifiek hiervoor opgerichte bewaarinstellingen (vaak in de vorm van een stichting derdengelden). De interne procedures en maatregelen voor deze bewaarinstellingen zijn echter voor de verschillende soorten financiële ondernemingen anders vastgesteld. Daardoor is sprake van onduidelijkheid.
DNB heeft, om deze onduidelijkheid in de beleidsregel weg te nemen, de voorwaarden uitgewerkt waar het gebruik van een bewaarinstelling ten minste aan moet voldoen om te kunnen waarborgen dat andere schuldeisers van de financiële onderneming hun vorderingen niet op de, door deze onderneming aangehouden, geldmiddelen van cliënten kunnen verhalen.
DNB en de Autoriteit Financiële Markten hebben omwille van transparantie en consistentie zoveel mogelijk overeenstemming bewerkstelligd tussen:
De consultatietermijn is per 5 september gesloten.
Bron: DNB