Verbroken geluk II

Afbeelding Verbroken geluk II

Misschien heb je eerder wel gelezen wat mij is overkomen. Nou ja, mij… meer ons gezin. Mijn vader en moeder hebben dingen gedaan die niet mochten en daarmee heel veel geld verdiend. “Vuil geld”, zoals je dat kunt noemen, heb ik geleerd van mijn buurvrouw. Ze zijn dan ook beide veroordeeld voor onder andere witwassen en ze moesten een behoorlijke tijd de gevangenis in. 

In mijn eerdere verhaal heb ik je nog niet verteld over het meisje bij ons in de straat. Marijke woonde een paar huizen verder en was net zo oud als ik. Was inderdaad. Ik heb me wel eens afgevraagd of ik op deze jonge leeftijd misschien alle ellende van mijn hele leven al achter de rug heb. Ik hoop het. 

Mijn buurmeisje Marijke was een ‘natural beauty’ zoals mijn vrienden haar wel eens noemden. We zaten al voor de basisschool op de kinderopvang samen. En we hadden altijd lol. Niets was haar eigenlijk te gek en we konden heel erg lachen met zijn tweeën. Ook zij had een kleiner broertje, net als ik. We groeiden samen op en kwamen veel bij elkaar over de vloer. Marijke hoorde eigenlijk half bij ons gezin vond ik. 

Op de basisschool heb ik wel eens verkering met haar gehad, maar wat dat eigenlijk betekende, dat wisten we toen beide nog niet zo goed. Het was meer omdat anderen dat ook deden, dat wij vonden dat we dan ook maar ‘iets’ met verkering moesten doen. Na de basisschool gingen we beide naar dezelfde middelbare school. En daar gingen we eigenlijk beide meer en meer onze eigen weg. “Dat is ook goed”, zei mijn moeder wel eens, toen ik het met haar over Marijke had. “Je moet elkaar vrij laten om te doen wat jij vindt dat goed is” gaf zij als wijze raad. Ik liet het dus maar wat gaan, maar ik verbaasde mij steeds meer over hoe Marijke dan haar eigen weg ging. 

Natuurlijk, ze had voldoende belangstelling van de jongens in onze klas, maar ook van de oudere jongens op school. Ik zag dat ze het wel interessant vond, al die aandacht. Af en toe kwam ik haar natuurlijk wel tegen, maar samen naar school fietsen zat er al vrij snel niet meer in. Ze kwam ook steeds vaker gewoon niet of veel te laat naar school en het leek haar steeds minder te interesseren. Het maakte mij wat verdrietig. Hoe kon Marijke niet zien dat ze zich zo liet beïnvloeden? 

Al vrij snel stond ze samen met de oudere jongens net buiten het schoolplein te roken tijdens de pauzes en in de tussenuren. Soms sprong ze ook bij zo’n gozer achterop de brommer en reden ze weg. Ze begin ook steeds vreemdere kleren te dragen en ik hoorde dat ze achter elkaar naar grote feesten in de stad ging en diverse festivals bezocht. Mijn moeder zei dat het wel aan de puberteit zou liggen: “Een beetje tegen alles aanschoppen en hier en daar de grenzen opzoeken.” Het leek mij in ieder geval de verkeerde kant op te gaan met Marijke, maar dat zei ik natuurlijk niet. Niet echt iets om tegen haar te zeggen, ze zal me wel hebben uitgelachen met al die jongens om haar heen. 

Het verbaasde mij niet, dat Marijke een paar keer is blijven zitten en uiteindelijk van school moest. Ze ging werken in de stad, zo hoorde ik van vrienden. Na mijn middelbare schooltijd ben ik gaan studeren en ik dacht eigenlijk steeds minder aan Marijke. Nu denk ik wel eens: ‘Had ik haar maar eens opgezocht en alleen maar gevraagd hoe het met haar ging…” 

Tijdens mijn laatste jaar op de universiteit vierde de hele stad Bevrijdingsdag. Er was een vrijmarkt waar ik met vrienden overheen liep. Beetje domme grappen maken met een lekker blikje bier in de hand, gewoon wat je als student zo doet. Plotseling liep iemand tegen me aan en stootte het blikje bier uit mijn hand. Ik was daar natuurlijk op zijn zachtst gezegd niet blij mee en net toen ik verhaal wilde gaan halen, keek ik recht in het gezicht van Marijke. 

Ze stond er wat wiebelend bij, met een glazige blik. Ze zei: “Sorry…” en ook zij keek me vervolgens wat verbaasd aan. Ik wilde eigenlijk wel voorstellen om ergens wat te gaan eten en drinken, zodat we wat konden bijpraten. Maar het had in deze staat niet zo heel veel zin. Op de één of andere manier hebben we toch nog onze mobiele telefoonnummers uitgewisseld, zodat we elkaar eens konden appen. Net toen we daarmee klaar waren, werd ze door één of andere gozer aan haar arm meegetrokken de menigte in. Ik stond er maar een beetje bij, achteraf misschien vreemd dat ik dat zo maar liet gaan. 

Nog geen week later was ik in de avond aan het studeren voor een lastig vak. De telefoon plingde:  een appje. Van Marijke. Verbaasd las ik het bericht: “Help je me?” Direct werd ik ongerust en sprong op vanachter mijn bureau. Terwijl ik mijn jas aanschoot, appte ik haar terug: “Waarmee? Waar ben je?” Terwijl ik de trap af liep van ons studentenhuis, kreeg ik een locatiebericht terug, zonder tekst of toelichting. Middenin één van de slechtere buurten van de stad zocht ik naar Marijke. Het hart klopte in mijn keel. 

Ik klopte in een achterafsteegje op een grote zware houten deur. De deur ging automatisch van het slot en ik drukte de deur verder open. De hal was gevuld met een lichte rook en ergens verder in het pand dreunde een vage bas van undergroundmuziek. Vage mensen, allemaal zwaar onder invloed van alcohol en drugs hingen in de hal en in de vertrekken tegen de afgebladderde muren. Ik voelde mij helemaal niet op mijn gemak, het leek wel een slechte film. Ze keken me een beetje half gaar aan maar deden verder niets. Ik liep door de hal naar een groter vertrek, waar rechts aan de zijmuur ook een soort van bar was gebouwd. De barman was ook al niet helemaal nuchter meer, maar kon mij nog wel met een vreemde glimlach vertellen, dat als ik Marijke zocht, dat ik dan de trap op naar boven moest nemen: “Derde kamertje aan de linkerkant.” 

De brede eikenhouten trap was in de hal waar ik net vandaan kwam. Ik stormde de trap op en duwde de klemmende deur van het derde kamertje aan de linkerkant open. Ook dit vertrek was vaag verlicht en op een gammel bed lag daar Marijke. Ze keek heel raar en reageerde niet toen ik binnenkwam en naar haar toe liep. Haar mobiel, zakjes cocaïne en een hele serie lege medicijnpotjes lagen wild verspreid naast haar op bed. Ik belde direct de politie en in nog geen 5 minuten waren zij ter plekke samen met de ambulance. De tranen spongen in mijn ogen, radeloos en in paniek was ik. Wat kon ik doen? Marijke werd afgevoerd en dat was de laatste keer dat ik haar zag. 

Via de politie hoorde ik een paar uur later dat Marijke dood was. “Overdosis in combinatie met zwaar drugsgebruik”, zei de politieagent. Het bevestigde het gevoel dat ik al jaren had: het was definitief de verkeerde kant op gegaan met Marijke en ik stond erbij en keek ernaar. 

Witwassen is geen misdaad zonder slachtoffers. Er gaat een heleboel ellende achter schuil. Daarom moeten we witwassen blijven bestrijden. Misdaad mag niet lonen. 

Ben je geïnteresseerd in verhalen over witwassen? We raden je aan om de ‘Memoires van Edje van Utrecht’ te lezen. Je kunt ze gratis downloaden met deze link. 

Wil jij bijgepraat worden over vier actuele thema’s op het gebied van witwasbestrijding? Schrijf je dan in voor de AML Online Summit. Graag zien we je daar! 

Het onderstaande verhaal is een fictief verhaal ter illustratie, alle eventuele overeenkomsten met de realiteit of historische feiten zijn op toeval gebaseerd.