Bij het oproepen tot het delen van beroepstrots blijkt de praktijk weerbarstiger dan de theorie. “De gemiddelde compliance officer heeft niet heel erg de behoefte om in het licht te staan” is mijn stelling. In verschillende gesprekken met compliance officers hoor ik wel eens de opmerking: “Als ik wilde shinen, dan werd ik wel verkoper”. In deze blog verken ik drie argumenten, die voor mijn stelling spreken. Deze argumenten representeren niet noodzakelijkerwijs mijn persoonlijke opvatting, voor de duidelijkheid.
Argument 1: De compliance officer werkt vanuit de tweede lijn
Het zou kunnen zijn dat de gemiddelde compliance officer zich zeer goed bewust is van zijn positie in de organisatie. Deze positie vereist, dat hij de verantwoordelijkheid daar laat waar deze hoort: bij de eerste lijn. Staat de compliance officer te veel op de voorgrond, dan loopt hij mogelijk de eerste lijn in de weg en kan hij met zijn optreden de verwachting opwekken dat hij ook verantwoordelijkheid draagt. Natuurlijk maakt de compliance officer nog steeds deel uit van de organisatie, maar vraagt de positie van de compliance officer om vooral niet te veel op het podium te staan.
Argument 2: Compliance officer is een serieus beroep
Veel compliance officers hebben behoorlijk wat informatie te verstouwen. Niet alleen moeten zij zich op de hoogte blijven houden van allerlei ontwikkelingen van buiten de organisatie, zoals bijvoorbeeld in wet- en regelgeving, trends in de markt, publicatie van allerlei relevante inzichten en dergelijke. Ook moet de compliance officer zich voor het effectief kunnen uitvoeren van zijn functie laven aan een grote stroom interne informatie. Dat gaat om rapportages van de business, tweede en derde lijn, maar ook plannen, verkenningen, productontwikkelingsdocumenten, notulen, besluiten, afwegingen, moresprudentie en ga zo maar door. Het vergt de nodige concentratie om deze informatie tot je te nemen en te verwerken, waardoor de gemiddelde compliance officer minder tijd heeft voor het leggen van sociaal contact met collega’s en het voeren van niet-inhoudelijke gesprekjes.
Argument 3: Verbinding zoeken maakt minder effectief
Door in het voetlicht te stappen en mensen te inspireren met allerlei interessante gedachten over compliance en integriteit steek je een hand uit. Je zoekt met dit verhaal naar verbinding met je toehoorders, in de hoop dat zij jouw mening overnemen en hierdoor hun gedrag waar nodig ook aanpassen. Maar is het hebben van een band met stakeholders ook niet lastig? Lopen compliance officers door het zoeken van verbinding ook niet het risico om te verkleven met de stakeholders op wie zij toezicht houden? Het lijkt eenvoudiger om te regels te handhaven als je juist niet al te veel positiefs voelt bij een zakelijke relatie. Je kunt dan veel nuchterder opereren door je op de inhoud te concentreren.
Tegenargument: De compliance officer vertegenwoordigt de stem van de klant
Zoals ik al aangaf: bovenstaande argumenten vertegenwoordigen niet per se mijn eigen opvattingen. Sterker nog: ik denk dat de compliance officer juist wel wat meer het podium op mag kruipen. De vraag is wel wat dan de boodschap zou moeten zijn van het verhaal dat hij/zij vertelt aan de toehoorders.
Dat verhaal zou wat mij betreft moeten gaan over het passievol vertegenwoordigen van de stem van de klant. Countervailing power wordt vaak toegedicht aan de positie van de compliance officer in de tweede lijn. Hij/zij wordt geacht tegenwicht te bieden aan alle te commerciële opvattingen die met name in het belang van de organisatie dienen en onvoldoende rekening houden met het bestaansrecht van de onderneming: de klanten.
Ondanks dat de klant zich via diverse kanalen krachtig kan laten horen, lijkt het vaak nodig om ook intern deze stem van door te laten klinken in overleggen, op bijeenkomsten en in gesprekken met leidinggevenden en managers. Dat lijkt me een fantastische rol voor de compliance officer, waarmee het eigen functioneren ook nog eens vereenvoudigd.
Ten slotte
Natuurlijk is de inhoud van deze blog sterk uitvergroot om mijn punt te maken. Ik beschreef in mijn stelling met opzet ‘de gemiddelde compliance officer’. Ik zie in de dagelijkse praktijk voldoende mensen die wel degelijk makkelijk voor een groep staan, een goed verhaal houden en anderen weten te inspireren. Misschien is deze groep wel de voorhoede van de beroepsgroep, misschien laat het ons wel zien hoe compliance officers in de toekomst geacht worden te functioneren.