De minister van Financiën heeft de twee rapporten van twee onderzoeken, die hebben plaatsgevonden in het kader van de evaluatie van het provisieverbod, aangeboden aan de Tweede Kamer. Het doel van deze evaluatie was om vast te stellen of de doelstellingen en de flankerende maatregelen zijn gerealiseerd. Tevens is onderzocht of er neveneffecten zijn opgetreden die aandacht nodig hebben.
De volgende onderwerpen zijn aan bod gekomen:
Uit de onderzoeken kunnen de volgende belangrijkste conclusies worden getrokken:
De minister van Financiën geeft aan dat de evaluatie geen reden is om het provisieverbod ter discussie te stellen. Wel wordt aangegeven dat een aantal onderwerpen, dit betreft geen limitatieve lijst, extra aandacht behoeven. De onderstaande onderwerpen, die in dit artikel zijn samengevat, worden de komende tijd besproken met de betrokkenen.
Faciliteren van vergelijking/ passende keuzes voor consumenten
Consumenten vergelijken financiële dienstverleners maar in zeer beperkte mate. De minister van Financiën wil onderzoeken hoe de informatie uit het dienstverleningsdocument beter kan aansluiten op wat klanten nodig hebben om de vormen van dienstverlening en de verschillende dienstverleners te vergelijken.
Postcontractuele zorgplicht
Uit het onderzoek blijkt dat er onduidelijkheid is over de verantwoordelijkheid van de adviseur richting de consument na het afsluiten van een product of dienst.
Kwaliteit van advies
De evaluatie laat zien dat de kwaliteit van advies is verbeterd. Toch dient er nog een verduidelijking plaats te vinden tussen het advies bij een aanbieder en zelfstandig advies.
Jaarlijkse controle van het kostprijsmodel
Aanbieders moeten een kostprijsmodel opstellen om de advies en distributiekosten zo objectief mogelijk vast te stellen. Dit moet jaarlijks worden gecontroleerd door accountants. De minister onderkent dat dit onevenredige lasten meebrengt.
Speelveld bij pensioenadvies
De AFM heeft geconstateerd dat onduidelijk is of de Wft van toepassing is op financiële dienstverlening aan werkgevers door een algemeen pensioenfonds (APF) Ook is niet duidelijk of sprake is van een ongelijk speelveld tussen pensioenuitvoerders enerzijds en adviseurs/bemiddelaars anderzijds bij de toepassing van het provisieverbod voor financiële dienstverleners. Hierbij wordt aangegeven dat moet worden bezien hoe dit speelveld gelijk kan worden gemaakt.
Actieve provisietransaparantie bij schadeverzekeringen
De evaluatie geeft geen directe aanleiding om het provisieverbod uit te breiden richting schadeverzekeringen. Wel wordt het verstandig geacht om te onderzoeken of transparantie over provisies bij schadeverzekeringen kan worden betracht en wat de effecten hiervan zijn.
Moderniseren van het recht op premie- incasso
De inwerkingtreding van de modernisering van het recht op premie-incasso is in afwachting van de uitkomsten van de evaluatie uitgesteld. De reden was dat adviseurs/bemiddelaars geconfronteerd werden met veel veranderingen en er eerst meer zicht moest zijn op de marktontwikkelingen. De evaluatie geeft geen aanleiding de inwerkingtreding verder uit te stellen voor de minister van Financiën.
In bijlage 1 van de aangeboden brief zijn de uitkomsten van de onderzoek gedetailleerd weergegeven.
Bron: Overheid.nl