Vandaag is bekend gemaakt dat het Openbaar Ministerie een strafrechtelijk onderzoek is gestart bij ABN AMRO vanwege witwassen en de financiering van terrorisme.
Het onderzoek is gestart na een melding van toezichthouder DNB (De Nederlandsche Bank), waarvan ABN AMRO vorige maand al de opdracht kreeg om alle 5 miljoen particuliere klanten opnieuw te onderzoeken. Doordat ABN AMRO de klantdossiers niet op orde heeft, kan het risico op criminele activiteiten niet goed worden ingeschat. Naar aanleiding hiervan zette ABN AMRO vorige maand 114 miljoen euro opzij om de controles alsnog te verbeteren.
ABN AMRO is in relatief korte tijd de zoveelste financiële onderneming waarbij tekortkomingen op het gebied van Customer Due Diligence aan het licht komen. Het blijft niet alleen beperkt tot grootbanken, ook meerdere middelgrote en kleine financiële ondernemingen kunnen de onderzoeken en bevindingen van toezichthouders vaak niet doorstaan op basis van hun CDD-maatregelen. Dit heeft tot gevolg dat de herstelmaatregelen, in combinatie met de omvang van de klantenportefeuilles, ingrijpende vormen aannemen. De tekortkomingen van meerdere instellingen liggen op gemeenschappelijk terrein vaak in het hebben van onvoldoende klantbeeld op basis van het klantonderzoek, inclusief het verwachte profiel en transacties, onvoldoende detectie- en beoordelingsvermogen op het gebied van transactiemonitoring en ongebruikelijke transacties, incomplete en niet tijdige uitvoering van reviews en aanleidingen daartoe en tot slot het niet, niet juist of niet tijdig herkennen van ongebruikelijke transacties. In de praktijk worden deze operationele deelgebieden van CDD vaak gefragmenteerd toegepast, als gevolg waarvan connectie daartussen en de integrale aanpak ontbreekt, terwijl die componenten wel van elkaar afhankelijk zijn. Daar ligt de grootste uitdaging. Bij steeds meer instellingen begint een kentering te ontstaan naar een meer integrale aanpak.
Financiële ondernemingen zijn bij het herstel vaak ook genoodzaakt om aan bepaalde deadlines te voldoen, hetgeen het korte termijn denken en de operationele benadering versterkt. Voor een integrale aanpak is de operationele uitvoering onlosmakelijk verbonden met de strategische keuzes en de compliancevisie van een onderneming, ondersteund met het urgentieniveau en de creatie van voldoende middelen binnen alle geledingen van de organisatie. In onze advies- en detacheringspraktijk observeren wij dit als het belangrijkste aandacht- en actiepunt voor een wortelgerichte aanpak in plaats van symptoombestrijding.
Lees meer op nos.nl.