Minister Ollongren, op dat moment nog minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, heeft op 6 januari de Tweede Kamer geïnformeerd over de resultaten van haar onderzoek naar de klokkenluiderszaak van Frits Veerman. Het betreft dezelfde zaak waar het Huis van klokkenluiders eerder een onderzoeksrapport over publiceerde. Op basis van het onderzoek van het Huis werd Frits Veerman erkend als klokkenluider. Het onderzoek van het Huis betrof met name de rol van de werkgever en niet de rol van de overheid. Minister Ollongren heeft nu een onderzoek naar de rol van de overheid gedaan.
De conclusie van het onderzoek van de minister zal voor de nabestaanden van Frits Veerman teleurstellend zijn:
Op basis van het onderzoek kan ik echter tot geen andere conclusie komen dan dat er geen overheidsgedragingen kunnen worden vastgesteld die de heer Veerman hebben benadeeld. Gelet op de bevindingen van het onderzoek zie ik daarom geen aanleiding een genoegdoening te verstrekken.
Eerder las ik het boek Splijtstof waarin het verhaal onder andere vanuit het perspectief van Frits Veerman wordt verteld. Het verhaal dat in Splijtstof – net zozeer voorzien van bewijs – wordt verteld komt niet overeen met de conclusie van de minister.
Daarmee ontstaat bij mij de vraag: Wie heeft gelijk in deze tragische geschiedenis? Een vraag die zeer waarschijnlijk onbeantwoord blijft.