Mag je dan helemaal niks meer zeggen?

Afbeelding Mag je dan helemaal niks meer zeggen?

De huidige ontwikkelingen en nieuwsberichten over #metoo zal niemand zijn ontgaan. Dit leidt enerzijds mogelijk tot meer aandacht binnen organisaties voor het creëren van een veilige werkomgeving en kan daarnaast leiden tot discussies en misschien wel verkramping over wat er dan nog wel gezegd mag worden op de werkvloer. “Ik kijk wel uit om een opmerking of compliment te maken, want straks heb ik een klacht aan mijn broek en sta ik op straat”, is een opmerking die we steeds vaker horen. De vraag is hoe we hiermee om moeten gaan? Want ook deze angst en verkramping kan leiden tot een gevoel van onveiligheid op de werkvloer.    

Persoonlijke beleving 

Laat ik vooropstellen dat ik het allesomvattende antwoord op deze vraag ook niet heb. De vraag is veel lastiger te beantwoorden dan te stellen. Er is namelijk geen eenduidig en pasklaar antwoord. Het is immers aan de ontvanger van de opmerking/grap of hij/zij de opmerking als onprettig, onveilig en grensoverschrijdend heeft ervaren. Wat de één als een grap of grol heeft opgevat kan voor de andere persoon als onprettig of zelfs onveilig worden ervaren. Iedereen is verschillend en zo heeft iedereen ook zijn eigen grenzen. Ik heb het hierbij natuurlijk niet over kwesties van ongewenst gedrag die volgens mij glashelder zijn zoals het versturen van seksueel getinte afbeeldingen/foto’s of het knijpen in de billen etc..  

Respect voor elkaar 

Ondanks dat ik het pasklare antwoord niet heb, heb ik wel suggesties die wellicht kunnen bijdragen aan een oplossing of die kunnen voorkomen dat er verkramping ontstaat. Waar het volgens mij omgaat is dat we met zijn allen, met respect voor elkaar, het gesprek (blijven) aangaan en openstaan voor de feedback en reactie van de ander. Wanneer een collega aangeeft dat hij/zij de opmerking niet als prettig heeft ervaren, ontvang deze opmerking dan met open armen. Begin niet te ‘ja-maren’ of andere verdedigingszinnen in de strijd te gooien maar maak oprecht excuses, bijvoorbeeld: “Sorry, ik vind het vervelend dat jij dit zo hebt ervaren. Ik zal hier in het vervolg opletten.”   

En besef dat als je een opmerking hebt gemaakt en daarbij zelf de noodzaak voelt om het woord ‘grapje’ na de opmerking toe te voegen,  het waarschijnlijk een ongepaste opmerking was. Wellicht kun je direct daarna al uitspreken dat het eigenlijk ongepast was, en er de volgende keer opletten dat je dit niet meer zegt. (bron: De onbevreesde organisatie, van Amy C. Edmondson).   

Blijf het gesprek voeren 

Tenslotte zouden we de soms ‘ongemakkelijke’ gesprekken over wat wel of niet gewenst is op de werkvloer, of daarbuiten, met elkaar blijven voeren. Daarbij kan bijvoorbeeld gebruik worden gemaakt van nieuwsberichten die op dit moment in de media verschijnen. Bijvoorbeeld het nieuwsbericht in de Telegraaf d.d. 12 april 2022 ’Cabaretier aangesproken op ’Trut-trui’ na klacht bezoekers museum’ . Een cabaretier is volgens het nieuwsbericht door het museum aangesproken op het dragen van een trui met de tekst ‘Trut’ nadat enkele vrouwelijke bezoekers bij het museum hadden geklaagd omdat de trui kwetsend zou zijn. De reactie van zowel deze vrouwelijke bezoekers als het museum komt op mij, na lezing van het bericht, als verkrampt over waardoor juist het tegenovergestelde van een goed gesprek wordt bereikt en tegenstellingen c.q. ‘kampen’ blijven bestaan. Alleen door het gesprek aan te (blijven) gaan met collega’s, buren, vrienden, ontdekken we elkaars grenzen en krijgen we mogelijk over en weer meer begrip voor elkaars visies zonder direct in de ‘verkramping’ of de ‘aanval’ te schieten.    

Begin met kleine stappen 

Een groots probleem lijkt soms te vragen om grote oplossingen, die we het liefst van bovenaf genomen zien worden, maar vaak kun je juist zélf met kleine stappen het probleem al kleiner maken. Door open en met respect voor elkaar het gesprek aan te gaan. Waardoor het, hopelijk, op een gegeven moment geen groots probleem meer is.   

Auteur

Afbeelding

Adinda Lammens

senior compliance officer, adviseur en externe vertrouwenspersoon