Al in 2015 kondigde het kabinet aan dat grote pensioenfondsen (naast een aantal andere instellingen) als organisaties van openbaar belang (oob) zullen worden aangewezen. Inmiddels heeft er een internetconsultatie plaatsgevonden door het ministerie van Financiën, waarop ook de Pensioenfederatie een reactie heeft gegeven.
Essentieel punt daaruit is dat de Pensioenfederatie ervoor pleit om een uitzondering te maken voor pensioenfondsen met betrekking tot de onafhankelijkheidseisen voor een auditcommissie. Als argument wordt door de Pensioenfederatie gewezen op de mogelijk onbedoelde impact die de voorgestelde wijziging met zich meebrengt voor de pensioenfondsen die reeds een bestaande en functionerende auditcommissie (of soortgelijk orgaan) hebben ingericht. De verplichting om de auditcommissie voor tenminste de helft te laten bestaan uit onafhankelijke leden (waaronder de voorzitter), kan ertoe leiden dat de inrichting van de reeds bestaande auditcommissies bij pensioenfondsen moet worden aangepast. De pensioenwet kent een dergelijke bepaling immers niet.
Waar gaat het over?
Door de oob-status worden strengere eisen gesteld aan de accountants die bij grote pensioenfondsen de jaarrekening controleren. In het ‘Besluit uitvoering EG-richtlijn wettelijke controles jaarrekeningen en geconsolideerde jaarrekeningen (Uitvoeringsbesluit)’ staat dat een organisatie van openbaar belang verplicht een auditcommissie moet instellen. In het Uitvoeringsbesluit zijn regels opgenomen over de samenstelling (diversiteit) en de taken van de auditcommissie. De auditcommissie monitort onder meer het financiële verslaggevingsproces en de wettelijke controle van de (geconsolideerde) jaarrekening. Daarnaast beoordeelt en monitort de auditcommissie de onafhankelijkheid van de externe accountant en het accountantskantoor. Ook dienen organisaties van openbaar belang in hun bestuursverslag te rapporteren over niet-financiële informatie en hun diversiteitbeleid.
Wat betekent dit (mogelijk) voor u?
Mocht uw fonds een oob-status krijgen, dan is het instellen van een dergelijk comité dus verplicht. Bestuurders van daarvoor in aanmerking komende pensioenfondsen doen er dan ook goed aan om zich hier nu al op voor te bereiden. Onze inschatting is dat DNB haar toezicht op deze maatregel voor de pensioensector zal aanscherpen, net zoals bij de verzekeringsbranche in 2011.
De norm om als groot pensioenfondsen te worden aangemerkt is gelijk aan de norm zoals die gehanteerd wordt bij de VTE-waardering voor bestuurders. Een fonds wordt als groot fonds gekwalificeerd wanneer zij gelijk aan, of meer dan, € 10 miljard onder beheer heeft. Uit openbare stukken maken we op dat het gaat om 17 fondsen. Dit aantal kan nog toenemen, omdat een aantal fondsen de gestelde grens van € 10 miljard nadert.
Fondsen boven de kwalificatiegrens:
Onderstaande fondsen naderen de kwalificatiegrens:
Bron:overheid.nl en Pensioenfrederatie