Eric Schuiling
Voetbal en compliance. Hoeveel hebben die twee met elkaar te maken? Je kunt allerlei vergelijkingen maken, bijvoorbeeld over de compliance officer als scheidsrechter, zoals ik al eens deed in 2018 in één van mijn eerste blogs. In ons magazine De Compliance Officer van juni 2020 (thema: Europa) schreef Peter Steenwijk een artikel met als titel: Buitenspel: witwassen en regulering in het professionele voetbal. En ook in andere media lijkt de aandacht voor voetbal, en dan met name de risico’s die verbonden zijn aan deze sport, te groeien. Professionele voetbalclubs krijgen op basis van de nieuwe Europese Anti-witwasverordening zelfs een meldplicht bij ongebruikelijke transacties die kunnen wijzen op witwassen.
Invoering van nieuwe maatregelen kost energie
Nu denk ik dat het invoeren van dergelijke maatregelen op basis van nieuwe wet- en regelgeving in de betaald voetbalbranche best nog wat energie gaat vergen. De reden hiervoor is de relatieve onbekendheid en misschien ook wel onverschilligheid als het gaat om het fenomeen en de mogelijk eigen betrokkenheid hierbij.
Wie zou deze beweging het beste kunnen ondersteunen en aanjagen? Ik denk als eerste aan de directie van een betaald voetbalorganisatie. De directie, of raad van bestuur, zou zich moeten verdiepen in de (integriteits)risico’s die de organisatie loopt. Net als dat eigenlijk iedere organisatie zou moeten (willen) doen als je het mij vraagt. Want een ongeluk zit in een klein hoekje, dat zou toch zo langzamerhand wel bekend moeten zijn in het voetbal.
Put your skin in the game
Deze werkweek begon met een opmerkelijk bericht over de schorsing van de nieuwe directeur van Ajax door de raad van commissarissen. De aanleiding is het vermeend recent aankopen van Ajax-aandelen door deze nieuwe directeur. Deze actie wordt door de raad van commissarissen als ‘handel met voorkennis’ geïnterpreteerd: reden voor ontslag op staande voet.
In de media wordt nu de vraag gesteld of het kopen van aandelen inderdaad handelen met voorkennis betrof of niet. Eén expert geeft ook al aan, dat de schijn van het handelen met voorkennis gewekt zou kunnen zijn en dat het een minder gelukkige actie is geweest van de directeur. Daar kan ik het zeker mee eens zijn en ik voeg graag nog wat toe.
Ondanks dat ik het kan waarderen dat een directeur vol voor zijn nieuwe baan gaat in het belang van de club, ‘put your skin in the game’, zie ik een belangrijk punt van aandacht niet terug. De directeur van een beursgenoteerde onderneming zou toch in de eerste plaats de aangewezen persoon zijn om de integriteit van de organisatie te bewaken en waar nodig in te grijpen? Als je als nieuwe directeur de gevoeligheid van het privé aankopen van aandelen van de beursgenoteerde organisatie als jouw nieuwe werkgever niet begrijpt, dan heb je wat mij betreft helemaal niets te zoeken in deze baan. Want als het met zoiets fundamenteels als het voorkomen van handel met voorkennis al niet goed gaat: wat moet je dan van deze directeur verwachten als het om al die andere integriteitsrisico’s gaat?
Het probleem van niet weten
Een ander opmerkelijk deel van dit verhaal is dat de directeur aangeeft, dat hij inmiddels, na een gesprek met zijn advocaat, beseft dat hij niet de meest verstandige beslissing heeft genomen door de aandelen aan te kopen op zo’n ongunstig tijdstip. Zijn schorsing door de raad van commissarissen kwam voor de nieuwe directeur kennelijk als een volslagen verrassing.
Toen ik dit las dacht ik direct aan het boek ‘The Black Swan’ van Nassim Taleb dat ik laatst kocht. Het is een vrij dik boek waar ik nog aan moet beginnen, maar gelukkig is er ook een zeer duidelijk filmpje beschikbaar waarin de inhoud goed wordt samengevat en uitgelegd.
Kort gezegd gaat het boek over ‘zwarte zwanen’, een analogie voor een gebeurtenis die:
Als ik deze drie kenmerken op mij laat inwerken, denk ik dat de schorsing voor de nieuwe directeur aardig in de buurt komt van een zwarte zwaan. Voor mij blijkt dat ook uit de verklaring die hij aan de NOS gaf: “Vanaf mijn negende ben ik Ajacied. Ik ben altijd betrokken geweest bij de club, als speler en als lid. In mijn hart en later ook via deze aandelen. Aandelen die ik kocht uit betrokkenheid bij de club. Uit vertrouwen in de club. Niet om er snel geld mee te verdienen, maar als positief signaal naar alle stakeholders.”
Aan de hand van een aansprekend kalkoen-voorbeeld betoogt Taleb, dat het probleem van de zwarte zwaan het probleem is van de unknown-onknowns: het onbekende onbekende. Met andere woorden: je weet niet wat je niet weet.
Ten slotte
De uitleg van ‘het probleem van de zwarte zwaan’ werpt voor mij licht op een vraag die ik in het licht van de actuele gebeurtenissen ook zou kunnen stellen: Wie heeft de aankomend directeur ingelicht over de eisen en verwachtingen die horen bij het leiding geven aan een beursgenoteerd bedrijf? Had bijvoorbeeld de raad van commissarissen daar ook een rol in? Of misschien zelfs de toezichthouder?
Ik blijf dit verhaal met interesse volgen.