De compliance officer en de imperfecte wereld

Afbeelding De compliance officer en de imperfecte wereld

Eric Schuiling

De wereld is niet perfect. Wat je leest in de theorieboeken van school of universiteit is precies dat wat het is: de theorie. En die is anders dan de praktijk. In de praktijk gaat het vaak net even anders. In de praktijk worden de scherpe kantjes er vanaf geslepen, spelen ook nog andere belangen mee en proberen we het beste ervan te maken. Wat dat ‘beste’ dan ook maar is.

Over de frustratie heen? 

Ik weet nog dat ik aan het soms forse verschil tussen theorie en praktijk behoorlijk moest wennen. Als anderen al hebben uitgevonden hoe iets het beste kan worden gedaan, waarom zou je er dan immers voor kiezen om het alsnog anders te doen? Ik zou graag willen zeggen dat ik al volledig over dit soort frustraties heen ben, maar dat is niet zo.

In de praktijk loop ik me op zijn best te verwonderen en verbazen over de imperfecte wereld waarin we leven met elkaar. Op zijn best, want vaak gaan mijn gevoelens een flink stuk verder dan alleen maar verbazing en verwondering.

Lees ik dit nu echt? 

Neem nou een aantal recente en sprekende voorbeelden op mijn vakgebied: compliance en integriteit:

  • Een directeur stuurt dickpics naar een aantal vrouwelijke collega’s
  • Een advocaat koopt een ambtenaar om met als doel een cliënt eerder uit de gevangenis te krijgen
  • Een voetbalclub fêteert iemand van de FIFA die te maken heeft met het toekennen van de prijs van beste voetballer van het jaar en slaagt in de opzet om een speler van de eigen club te prijs te laten winnen

Bij het lezen van dergelijke nieuwsberichten moet ik mezelf vaak echt even knijpen: lees ik dit nu echt? Gebeurt dit echt? Dat kan toch niet waar zijn? Hoe naïef moet je zijn om te denken dat hier nooit trammelant van komt? Hoe kun je denken dat je hiermee weg komt?

Ja, zoals ik al schreef, soms houdt het niet op bij verbazing en verwondering. Misschien zakt bij jou de moed ook wel eens in je schoenen. Immers, als deze voorbeelden in de krant staan en daarmee bekend geworden zijn: hoeveel gebeurt er dan wat we niet zien? Of wat pas de komende jaren boven tafel komt en waar we dan vervolgens weer schande van spreken?

Een ander soort energie 

Voordat we als Nederlands Compliance Instituut onze advies- en opleidingsopdrachten starten, willen we heel graag in gesprek met onze opdrachtgever. In dat gesprek stellen we (onder andere) de vraag waarom de opdrachtgever verbetering wil zien of een probleem opgelost wil hebben. Niet zelden komt in dit soort gesprekken naar voren dat de wil om te verbeteren of een probleem op te lossen vooral is ingegeven door een externe partij. Dat kan een toezichthouder zijn, een andere stakeholder of de wetgever.

Het komt naar mijn smaak nog te weinig voor dat in eerste instantie de eigen ambitie om zaken beter te doen als primaire reden naar voren komt. Hoe mooi is het om samen te werken aan een opdracht waarbij het de intrinsieke motivatie is om zaken beter te doen, in het belang van de stakeholders van de organisatie? Dan komt er een ander soort energie vrij, dan kunnen een heleboel dingen ineens wel en staan we bij het bereiken van een mijlpaal in het project met elkaar echt blij te zijn.

Externe motivatie leidt tot lapmiddelen 

Aandacht voor compliance en integriteit is vaak ingegeven door een andere partij die iets vindt. Je krijgt als directeur een opdracht van de bank, van de toezichthouder, de accountant, de branchevereniging, noem maar op. En je voelt dat je die opdracht moet uitvoeren anders heb je een groter probleem. De gehele motivatie ligt in deze situatie buiten jezelf. Aandacht voor compliance en integriteit is in die situatie het halen van een vinkje en het ervoor zorgen dat je weer door kunt zonder de vervelende opmerkingen van die andere partij.

Oplossingen in deze extern gemotiveerde situatie zijn dan ook altijd lapmiddelen. Omdat je hart (en soms ook je hoofd) er niet echt bij is, doe je wat je moet doen en klik je gewoon door je e-learnings en geef je lipservice aan iedereen die maar horen wil hoe belangrijk en waardevol het is. Het is een korte termijn oplossing om van het gedoe af te zijn. Je eigenlijke hart ligt ergens anders.

De homo economicus bestaat niet 

Ik weet dat veel compliance officers dit zullen herkennen. Hoeveel zin heeft het eigenlijk om mensen tot iets te bewegen waar de meerderheid toch probeert de kantjes er vanaf te lopen? Met allerlei mooie redenaties over lange termijn en de bescherming van je reputatie proberen we onze collega’s en opdrachtgevers te overtuigen vanuit zichzelf het goede te doen. Maar overschatten we onze gesprekspartners hiermee niet op een hopeloze manier?

Hoe vatbaar zijn wij mensen voor de boodschap van de lange termijn? Hoe zwaar drukt een boete van de toezichthouder daadwerkelijk op de reputatie van een organisatie? Misschien overdrijven wij compliance officers dit allemaal schromelijk en moeten we ons afvragen of dit wel de juiste benadering is. De AFM gaf jaren geleden ook al aan, dat de homo economicus, zuiver redenerend en handelend vanuit de ratio, eigenlijk helemaal niet bestaat. Wat leren wij als compliance officers hiervan?

De bakens verzetten omwille van het doel 

Misschien moeten we onze bakens verzetten en ons toch weer meer gaan bezig houden met ‘hard core compliance’: glashard afdwingen wat in wet- en regelgeving staat vermeld. En niet terugdeinzen om wel met het wetboek te zwaaien als even niet wordt ingezien waarom iets zou moeten gebeuren of juist van iets moet worden afgezien.

Toegegeven, de wereld kan er beter uitzien (en het is gewoon leuker) als we de weg van de intrinsieke motivatie volgen, maar laten we ook vooral niet opgeven als blijkt dat die weg (even) niet begaanbaar is. Het uiteindelijke resultaat, een integere en beheerste bedrijfsvoering, blijft voor ons als compliance officers toch het doel.

PS: Op 18 januari, twee dagen na de publicatie van deze blog, heb ik een uiterst interessante lezing meegemaakt bij de nieuwjaarsbijeenkomst van de VCO. De lezing werd gehouden door Jan Rotmans en had als thema: ‘De perfecte storm’. Na afloop kreeg ieder VCO-lid zijn gelijknamige boek mee naar huis. In zijn presentatie gaf hij aan dat het eigenlijk precies de andere kant op moet: niet ‘hard core compliance’, maar toch nog veel meer investeren in intrinsieke motivatie. Ik raad iedereen van harte aan kennis te nemen van zijn inzichten en aanbevelingen.

Auteur

Afbeelding eric-schuiling

Eric Schuiling

kennis- en programmamanager & senior compliance adviseur