Geschreven op persoonlijke titel door Albert de Jong
Regelmatig schrijven we vanuit het NCI blogs over zaken die onze belangstelling wekken, en soms ook onze ergernis. Regelmatig doen we onder elkaar ook aan kennisdeling. Twee weken geleden bracht een collega de case in hoe wij er als compliance officers over dachten dat iemand die in 2014 op 19 jarige leeftijd flink over de schreef ging en daar in 2016 voor veroordeeld was (en daarvoor in de gevangenis heeft gezeten) toch mocht deelnemen aan de Olympische spelen. Een persoonlijke integriteitscheck als je wilt. Ook een oefening in het samen bespreken van wat binnen de cancelcultuur en de waan van de dag nog verdedigbaar is en vooral, waarom. Die combinatie bracht mij tot het volgende, op persoonlijke titel geschreven stukje.
Cancelcultuur is geen nieuw begrip al heeft het wel alle kenmerken van een nieuwe trend die overgewaaid is uit Amerika. Wat hier relevant aan is, is dat Amerika óók het land is waar de #Me Too’ beweging in 2017 nieuwe wind1 in de zeilen kreeg in de strijd tegen ongewenst- en meer specifiek seksueel-grensoverschrijdend gedrag. Dit heeft wereldwijd een impuls gegeven aan het ‘cancellen’ van (andere) mensen en daar zijn ‘we’ best goed in gebleken.
Volgzaam als wij soms zijn als het om zaken gaat die overwaaien (of misschien ‘gepusht’ worden) vanuit Amerika, heeft het niet lang geduurd voordat de ‘cancelcultuur’ ook een ingeburgerd begrip bij ‘ons’ is geworden. Op zich helemaal goed om hier actief mee bezig te zijn, maar laten we wel zelf blijven nadenken alsjeblieft. De case die mijn collega inbracht zorgde bij mij persoonlijk vooral voor ergernis. Niet zozeer vanwege de vraag die zowel legitiem als stimulerend is als je een stel compliance en integriteits-minded mensen bij elkaar zet, maar omdat het ‘nu’, 10 jaar na dato opeens weer ‘een ding’ is geworden. ‘Iedereen’ die ‘iemand’ is (ik chargeer een beetje) bemoeit zich ermee en heeft er een mening over, en dat mag ook best! Iedereen heeft recht op zijn of haar mening, maar ik stoor me aan die vaak belerende toontjes en de gebruikte bewoordingen. Eerlijk gezegd had ik in 2014 geen weet van dit incident en heb ik de nieuwsberichten daarover gemist. Het is natuurlijk een ernstige en betreurenswaardige gebeurtenis, maar wel één die iedereen die daar geen directe betrokkenheid bij had waarschijnlijk allang vergeten was.
2016: ‘Vreselijke fout in 2014.. verdachte veroordeeld! .. in de bak met ‘m .. en hup, we gaan weer door’. Zeg het maar als ik het fout heb.
2024: ‘ban veroordeelde Nederlandse zedendelinquent van Spelen!!’
Jawel… Barbertje moet (weer) hangen! Dat is in ieder geval de mening van een drietal internationale organisaties2 die in een recent statement het Olympisch Comité hadden opgeroepen om deelname van de desbetreffende atleet toch maar vooral te verbieden3. Dat heeft het Comité gelukkig niet gedaan. Wat mij serieus stoort is dat deze drie organisaties het kennelijk tot de Olympische spelen van 2024 (publicitair) niet de moeite waard vonden om publiekelijk te ageren tegen de deelname van dezelfde atleet aan andere hoog aangeschreven internationale toernooien zoals EK en WK’s, maar dat deelname aan de Olympische spelen kennelijk de morele en ethische druppel was waardoor ze zich geroepen voelen om ‘nu’ met hun statement te komen. Ook zijn ze helemaal voorbijgegaan aan hoe de betreffende atleet ‘nu’ in het leven staat, en zich in de tussenliggende jaren heeft gepresenteerd. Ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat dit qua timing voor deze organisaties wel heel nuttig was om zichzelf weer in de picture te zetten als moraalbewakers van ‘de sport’. Er gaan immers vele miljoenen rond in die organisaties en zij moeten ook hun bestaan rechtvaardigen denk ik dan, maar misschien ben ik wel gewoon wat wantrouwig omdat het allemaal zo geregisseerd lijkt te zijn.
Ik wil niet generaliseren (al doe ik dat hier wel een beetje); Calvinistisch als ‘we’ als samenleving kunnen zijn hebben ‘we’ de neiging om vooral te kijken naar de splinter in iemands oog, in plaats van naar de balk in ons eigen oog. Daarmee wil ik de ernst van het betreffende incident allerminst bagatelliseren, maar …. het betreft dus een gebeurtenis uit 2014, waarvoor de persoon in kwestie inmiddels zijn terechte straf heeft uitgezeten. Wat ik belangrijk en veelzeggend vind is het feit dat de atleet zelf tijdens een interview in 2018, maar ook daarvoor en daarna nog openheid van zaken heeft gegeven over de domheid en ernst van zijn toen genomen beslissingen. Hij heeft dat zonder voorbehoud gedaan wetende dat ‘we’ erg goed zijn in het wijzen met ons vingertje en dat die dappere beslissing om ‘vooruit’ te verdedigen ook tegen hem zou kunnen werken. Dat maakt de in het verleden begane fouten niet met terugwerkende kracht ‘goed’, maar het maakt hem wel menselijk. Net zoals jij en ik.
‘Menselijkheid’ heeft te maken met het vermogen om als mensen onderling contact te maken, gezien te worden als individu, ruimte te voelen en te nemen voor emoties en ook met verantwoordelijkheid nemen voor eigen handelen, je bewust te zijn van hoe je je beweegt in een omgeving met anderen4.
Als ik het samenvat; Leren van- en verantwoordelijkheid nemen voor de fouten die je hebt gemaakt, en dat meenemen in je knapzak voor de toekomst. Hard werken om niet in oude fouten terug te vallen en het beter te doen omdat je dat zélf belangrijk vindt en dat ook in woord en gedrag wilt laten zien.
Wat me nóg meer stoort is dat deze drie organisaties in hun statement het volgende argument gebruiken om hun punt te maken: “Wij (de drie organisaties en hun prestigieuze leden namens wie het statement is opgesteld) zijn er absoluut niet tegen dat sport een rol speelt in de rehabilitatie van daders, alleen vinden wij het meest prestigieuze sportpodium ter wereld daar niet geschikt voor.” En “De organisaties zijn van mening dat er voor zedendelinquenten geen plaats is op de Spelen.”
Begrijp me goed, deze drie organisaties, en andere soortgelijke organisaties zijn belangrijk en hebben een doel. Maar wat meten deze drie organisaties zichzelf een grote broek aan! De missie van The army of survivors is om bewustwording, verantwoording en transparantie te brengen in seksueel geweld tegen atleten5 op alle niveaus. Deze organisatie is er dus om atleten te helpen als zij slachtoffer zijn (geweest) van seksueel geweld. Niet om achteraf nog eens op de stoel te gaan zitten van rechters of kiescommissies als een atleet ooit over de schreef is gegaan. Als ik de case doorneem op basis van de verschillende publicaties en video’s die ik kon vinden zijn ze op hun wenken bediend; de transparantie, bewustwording en het afleggen van verantwoordelijkheid waar in de missie statement over wordt gesproken is er door de jaren heen aantoonbaar geweest. ‘Na zijn vrijlating heeft Van de Velde professionele begeleiding gevraagd en gekregen. Hij heeft tegenover zijn omgeving – privé en zakelijk – blijk gegeven van zelfinzicht en -reflectie.’ Hij heeft zijn verantwoordelijkheid genomen, schuld bekend en hij heeft zijn straf uitgezeten.
Joanna Maranhão, netwerkcoördinator van het Athletes Network for Safer Sports claimt dat ‘deelname aan de spelen (door deze atleet) nu (lees: voorafgaand aan de feitelijke deelname aan de spelen) al veel schade veroorzaakt aan mensen met geleefde ervaring’. Ik vraag me echt af of deze mevrouw voor de publicatie van het statement (of daarna) bijvoorbeeld contact heeft gehad met de persoon die in 2014 directe betrokkene was en haar heeft gevraagd wat zij ervan vindt dat de betreffende atleet deelneemt aan de Olympische spelen? Of welke schade haar dat ‘nu’ dan precies brengt?
Wat voor mij ook redelijk onbegrijpelijk is, is dat Mhairi Maclennan, overlevende, medeoprichter en CEO van Kyniska Advocacy claimt dat ‘het deel laten nemen van een veroordeelde persoon volledig indruist tegen de Olympische idealen en verplichtingen, en dat het ook de visie van het IOC “om een betere wereld door middel van sport op te bouwen zal verbrijzelen”. Dus niet een beetje stuk, nee… verbrijzeld!
Volgens de website van NOC*NSF ‘is het belangrijkste doel van de Olympische Beweging het meebouwen aan een vreedzame en beter wereld. Ze wil jongeren opvoeden in de olympische geest: via sport en zonder enige vorm van discriminatie, met wederzijds begrip, vriendschap, solidariteit en fair play.’ Dus ook zonder discriminatie van personen die ooit in het verleden een misstap hebben gemaakt en daarna hun leven weer hebben opgebouwd.
Kennelijk zijn ‘we’ zelf niet meer alleen in staat om na te denken en te bepalen wat goed of fout is of dat iemand voldoende en proportioneel gestraft is. We hebben daar tegenwoordig influencers en ‘TV persoonlijkheden’ voor nodig. Of allerlei zelfbenoemde moraalridders in commissies of organisaties die ons precies kunnen vertellen op wie we boos moeten zijn (en blijven) en waarom. Stel je voor dat we zélf moeten nadenken …. Ik heb nu al pijn in mijn hoofd.
Dit hele circus doet me denken aan de begintijd van ‘Compliance’. Vanuit Compliance waren we in de jaren 80 en begin jaren 90 vooral bezig om met het typische Hollandse vingertje6 te wijzen op wie en wat er allemaal fout ging of gaat, in plaats van dat we een handreiking deden om het probleem op te lossen. Uit deze case blijkt overigens dat ‘wij Hollanders’ geen exclusieve rechten hebben op dat wijzende vingertje.
Zou het niet juist zo kunnen zijn dat het meest prestigieuze sportpodium dé uitgelezen plek is om ‘de wereld’ te laten zien dat atleten ook maar mensen zijn die het met vallen en opstaan moeten leren? Sterker nog, dat zij laten zien en horen dát zij geleerd hebben van hun fouten en daarna hun leven weer op de rit hebben gekregen en succesvol kunnen zijn.
Eerlijkheid over het vallen voor de verleidingen en valkuilen waaraan in dit geval jonge atleten in het leven worden blootgesteld is waardevol. Net zoals het bespreken van de oorzaken en consequenties daarvan, omdat het hen en ons kan helpen om die fouten zelf te voorkomen en die valkuilen te vermeiden. Eerlijke communicatie kan een eye-opener zijn mits de boodschap en de doelgroep juist aan elkaar gekoppeld worden. De kracht van die boodschap wordt ‘vanzelf’ versterkt als je die laat brengen door de atleten zelf.
Ik breek graag een lans voor 2e kansen. Een vergissing wordt immers pas een fout als je weigert om de vergissing te corrigeren. We hebben allemaal vergissingen en fouten nodig om te kunnen leren hoe we als mens kunnen groeien, net zoals we mensen om ons heen nodig hebben die ons daarbij helpen. Wees dus zo’n mens, of wees dus zo’n organisatie. Probeer eens een uitgestoken hand in plaats van dat ‘typisch wijzende vingertje’. Fijne dag verder en ik wens jullie schaduw en koelte toe in de waan van de dag.