Fonds ter ondersteuning van klokkenluiders op juridisch en psychosociaal gebied dit najaar beschikbaar

Afbeelding Fonds ter ondersteuning van klokkenluiders op juridisch en psychosociaal gebied dit najaar beschikbaar

Annemarie Pierik

Update

In februari jl. is de Wet bescherming klokkenluiders (Wbk) gedeeltelijk in werking getreden. Minister Hanke Bruins Slot (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) heeft de Tweede Kamer op 6 juli jl. via een brief geïnformeerd over de stand van zaken van de Wbk. Dit betreft de nadere regelgeving op een aantal punten die nog in werking moet treden en de daarbij horende acties en tijdlijnen. Eén van deze punten1 gaat over het voorstel voor een fonds ter ondersteuning van klokkenluiders. Dit licht ik in dit artikel graag toe.

Verkenning

Bij de inwerkingtreding van de Wbk in februari jl. was een fonds ter ondersteuning van klokkenluiders op juridisch en psychosociaal gebied gewenst, maar nog niet gerealiseerd. Inmiddels is door het ministerie gesproken met verschillende personen en partijen die ervaring en expertise hebben op het gebied van klokkenluiders of met de ondersteuning van personen die in de knel zijn gekomen door de overheid. Daarnaast is onderzoek gedaan naar hoe de financiering het beste kan worden geregeld en welke hulp die bestaande instellingen kunnen bieden. Ook is onderzocht hoe de onafhankelijkheid van een fonds ten opzichte van het ministerie en ten opzichte van het Huis voor klokkenluiders (Huis) kan worden geborgd.

Voorstel fonds

De minister kondigt in de update van 6 juli aan dat zij haar voorstel voor ondersteuning van klokkenluiders op juridisch en psychosociaal gebied nu uitwerkt. De ondersteuning moet zodanig worden gerealiseerd dat het een structureel karakter heeft. Het is de verwachting van de minister om per 1 oktober 2023 van start te kunnen gaan met dit pakket aan ondersteuning.

De minister streeft naar een breed palet van ondersteuning dat beschikbaar moet zijn voor melders. Ze denkt hierbij aan een schakering aan psychosociale ondersteuning, van een luisterend oor tot aan de zorg van een specialist. Bij juridische ondersteuning denkt de minister aan het meegaan naar een “moeilijk gesprek” met de werkgever tot procesvertegenwoordiging door een advocaat, maar ook aan andersoortige ondersteuning zoals via een buddysysteem. Voor de juridische ondersteuning overlegt het ministerie met de Raad voor Rechtsbijstand. Er wordt momenteel nog bekeken welke andere ondersteuning in het psychosociale en juridische domein (potentiële) melders nog meer behoefte hebben, zodat dit wordt meegenomen in het voorstel.

Casemanager

Bij het Huis kunnen melders nu al terecht voor advies en informatie. Momenteel verwijst de afdeling Advies bijvoorbeeld al door naar Slachtofferhulp Nederland 2 voor psychosociale ondersteuning. De minister vindt het logisch om de afdeling advies van het Huis ook een rol te geven bij de doorverwijzing van melders voor juridische en psychosociale ondersteuning.

De adviseur van het Huis zal dan ook optreden als een zogenaamde “casemanager” op procesniveau. De melder kan gedurende het meldtraject en daarna terecht bij de casemanager, die blijft hem adviseren en ondersteunen en kan zorgdragen voor doorverwijzing naar de specifieke benodigde ondersteuning (juridisch en/of psychosociaal). De minister benadrukt dat de casemanager niet zelf de belangen van de melder zal behartigen, omdat niet samengaat met de onafhankelijke positie van het Huis en de onderzoekstaak van het Huis.

Werkgever

Overigens wijst de minister in deze brief erop dat de verantwoordelijkheid voor ondersteuning van klokkenluiders niet alleen bij de overheid moet liggen (in de vorm van het fonds). De werkgevers dragen juist hierin ook een belangrijke verantwoordelijkheid, in de eerste plaats in het zorgdragen voor een veilig werk- en meldklimaat in de organisatie. Het gaat daarbij erom dat medewerkers veilig zaken kunnen bespreken en dat de werkgever zorgt voor een adequate oplossing als er sprake is van een vermoeden van een misstand. De werkgever heeft ook vanuit de Arbowet de verplichting om een beleid te voeren dat is gericht op het voorkomen dan wel beperken van psychosociale arbeidsbelasting) en daarmee een  verantwoordelijk naar de medewerker als deze benadeling of stress ervaart als gevolg van zijn melding. Voor die situaties moet er volgens de minister ook vanuit de werkgever ondersteuning beschikbaar zijn.

Onderdeel van onze dienstverlening als externe vertrouwenspersoon is het adviseren van onze opdrachtgevers over het bevorderen van een veilige werk- en meldomgeving. Wil je als werkgever weten wat onze vertrouwenspersonen hierin kunnen betekenen voor jullie organisatie? Neem gerust contact met me op.