Peter Westdijk
Integriteit is een groot goed en vormt de rode draad van het compliance vak. Integer handelen, ethisch handelen, allemaal zaken die we nastreven als compliance officer. Maar doen we dat wel met de goede middelen? Het wetsvoorstel over internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen (IMVO) bijvoorbeeld. Op 15 februari werd het wetsvoorstel in de koelkast gezet; wetgeving die kinderarbeid, uitbuiting en milieuvervuiling wil aanpakken. Omdat we als Nederland anders strenger worden dan andere landen en dat het ondernemingsklimaat in ons land nadelig kan beïnvloeden.
Vooropgesteld: ik ben persoonlijk tegenstander van de zaken die het wetsvoorstel wil aanpakken. Ik sta helemaal achter de doelstelling. En als Nederlander die voor zijn dagelijks brood afhankelijk is van de bedrijvigheid in ons land snap ik de redenatie van de desbetreffende ministers ook en kan ik daar ook niet tegen zijn. Een dilemma is geboren!
Een stapje achteruit
Dit dilemma ga ik in één blogje niet eventjes oplossen. Maar ik wil wel een stapje achteruit doen en me afvragen: is dit soms symptomatisch voor ons vak? Laat ik me verduidelijken: we zijn als compliance officer altijd bezig met ethiek, voldoen aan regeltjes en integer handelen. Met als doel het scheppen van een integere wereld waarin het fijn is om te leven: vreedzaam samenleven en vruchtbaar samenwerken.
Nogmaals: ik ben vóór. Maar doen we wel de goede dingen; kan het überhaupt wel met de regeltjes die we bedenken? Als ik een stapje achteruit doe en naar het wetsvoorstel kijk (en de zaak wat vereenvoudig) dan maken we regels in ons land die lokale bedrijven aansprakelijkheid gaat geven voor misstanden bij anderen, ook en vooral buiten onze landsgrenzen. Het lijkt erop alsof we onze eigen (Nederlandse of Europese) waarden en normen opleggen aan de rest van de wereld. Ik krijg dan het beeld van de Kruistochten niet uit mijn hoofd; westerse ridders en soldaten die vanuit het ‘echte geloof’ Jeruzalem wel even gingen bevrijden via een ‘heilige oorlog’.
Gebeurt in ons vakgebied niet hetzelfde: de wetgever, de moraalridder met het integriteitsvaandel, en in zijn kielzog een leger van compliance officers, AML-specialisten, CDD-analisten en KYC-onderzoekers die het kwaad in de wereld gaan bestrijden met handboeken en procedures?
Dan maar stoppen
Is het dan nutteloos wat we doen aan AML/KYC/CDD? Zeker niet. Want elke dag worden weer dubieuze zaken ontdekt en het hele stelsel heeft een afschrikkende werking: als je weet dat er wordt gecontroleerd met een grote pakkans laat je het wel uit je hoofd. Op de A2 heeft de trajectcontrole echt wel een merkbaar effect! Maar het effect wordt misschien meer veroorzaakt door de pakkans en de boetes dan door de autonome wens om je aan de snelheid te houden.
En oprecht integer handelen van een individu heeft ook een positief effect; Confucius, Gandhi, Mandela en Martin Luther King hebben nog steeds impact op mensen en de manier waarop zij met elkaar omgaan. Je eigen gedrag heeft misschien geen direct zichtbaar effect, maar het effect is er zeker. Maar waarom voelt het dan als ‘niet genoeg’? Laten we het vraagstuk terugbrengen naar wat volgens mij de essentie is: passen doel en middel wel bij elkaar? Het stellen van deze vraag is in mijn ogen ook het beantwoorden ervan.
Doel: waarom doen we het eigenlijk?
Laten we als doel ‘het terugdringen van criminaliteit’ als voorbeeld nemen, maar hetzelfde kan worden gesteld voor ESG aspecten bijvoorbeeld.
De overheden, Europees en lokaal/Nederlands, hebben gekozen voor het middel wetgeving. Wetgeving die zaken strafbaar stelt en maatregelen, toezicht en straffen definieert. Dat is allemaal uitgewerkt, beschreven en democratisch besloten. Overheden implementeren de wetgeving en bewaken dat de beoogde resultaten worden bereikt en handelen wanneer dat niet zo is. De plan-do-check-act cyclus.
En dan? Onderdeel van de wetgeving zijn handelingen die aan bepaalde partijen zijn toegewezen. Witwassen is ongewenst gedrag. Europa heeft richtlijnen, wetten en dergelijke uitgevaardigd die witwassen als crimineel en strafbaar bestempelen; verder is de vertaalslag gemaakt naar de wetgeving in de lidstaten, de lokale wet- en regelgeving. In mijn ogen ‘middelen’ om het doel te bereiken.
Uit de wetgeving vloeit voort dat een bancaire instelling bepaalde controles moet uitvoeren op klanten en op hun transacties. De wet verplicht de bank dus tot controlehandelingen (ik versimpel even voor het gemak). Dat zijn middelen op landelijk of Europees niveau. Maar de bank heeft dan als doel om aan de wet te voldoen door de controlehandelingen uit te voeren (de middelen van de bank). De bank is niet op aarde om crimineel witwassen tegen te gaan. Dat doel is al aangepakt door de overheden met wetgeving als middel. En dat doel is ook te groot voor de individuele bank.
Door doel en middel op elk niveau te bepalen en daarnaar te handelen wordt het overzichtelijker en bepalen we de context en kaders die passend zijn voor de situatie. ‘We doen het’ om een doel te bereiken, maar wees niet te pretentieus met je doel stellen: het doel moet wel haalbaar zijn. Als CDD-analist ga je in je eentje niet de wereldwijde criminaliteit terugdringen, maar je bent wel een onmisbaar(!) radertje in de machine die dat beoogt.
Van ‘Kruistocht’….
Laten we met deze gedachte eens inzoomen op de rol van de compliance officer. Integer handelen of welke termen ook gehanteerd worden zijn het hogere doel; daar draait het om. Maar is dat voor het dagelijkse werk ook zo? Wat is het doel en welke middelen passen daarbij?
De adviesrol van de compliance officer biedt de ruimte (of eigenlijk wel de plicht!) om hier de doel/middel-discussie te voeren of aan te zwengelen of in ieder geval te challengen. Is het een eigen, autonoom/organisch doel van de organisatie of is het doel om aan een wettelijke plicht te voldoen? En willen we dan voldoen of soms net ietsje meer? En welke middelen worden gekozen om dat doel te bereiken en passen die in de context? Ook daar moet de compliance officer zijn rol pakken. Want regels en het toezicht op naleving zijn een kerncompetentie van de compliance officer. Het naleven van de regel is het doel; toezicht op naleving is een middel, net als awareness training. Welk middel is het meest effectief (in welke mate wordt het doel bereikt) en efficiënt (en wat kost dat dan)? Daar pak je als compliance officer je adviesrol!
En hierbij speelt nog een extra dimensie voor de compliance officer mee: cultuur en gedrag. Want die hebben onmiskenbaar invloed op de effectiviteit van maatregelen. Wie kent niet uit het grijze verleden de stapel stukken waar iemand nog snel even een tweede handtekening op zette, zodat de betalingen die middag nog mee konden?
Toezicht is een middel, maar in het verlengde daarvan zal ook het gevolg van overtredingen daarbij moeten passen. En de wijze van rapporteren, ook een topic voor de compliance officer. Het missen van één dossier is wat anders dan actief en bewust meewerken aan criminaliteit!
We zullen als compliance officer moeten zorgen dat de doelen en middelen helder zijn, passen bij de situatie en passen bij elkaar. Challenge de business op het geven van context: wat is het hogere doel en daarvan afgeleid: wat zijn onze doelen en middelen? Bewaak dat goed wordt uitgelegd waarom zaken nodig zijn, of niet toegestaan, of juist verplicht. Dat komt de acceptatie van regeltjes en nalevingscontroles ten goede: E=K*A tenslotte.
……naar ‘The road to success’
Hoe maken we nu van de kruistocht een succesverhaal? Het begint bij het stellen van de doelen en het bepalen van de middelen om die doelen te bereiken. En belangrijker misschien is nog wel om die vervolgens te communiceren. Mensen moeten weten waarvoor ze het doen.
Het stellen van doelen moet haalbaar en realistisch zijn. Dus voor het team dat klantendossiers beoordeelt is niet het doel ‘het voorkomen van witwaspraktijken in de hele wereld’. Dat kunnen zij niet. Het doel is om zo veel en zo goed mogelijk dossiers te reviewen, in het brede kader van criminaliteitsbestrijding. Zo veel mogelijk afvangen. En vertel de mensen dat ook: plaats hun werk in de juiste context. En monitor en rapporteer in dat kader. En adviseer ook met dat kader in je achterhoofd. Als compliance officer kun je hier het verschil maken tussen kruistocht en road to success.
Ik las ooit ergens “the road to success is always under construction”: dat maakt het werk van de compliance officer zo leuk!