Het aanstellen van een vertrouwenspersoon vraagt de nodige tijd en capaciteit van organisaties. Om rekening te houden met kleinere organisaties heeft mevrouw Maatoug (initiatiefneemster) in haar tweede nota van wijziging een gefaseerde toepassing tot het verplichtstellen van een vertrouwenspersoon voorgesteld (zie ook mijn eerdere nieuwsberichten: nieuwsbericht 22 juni 2022, nieuwsbericht 7 maart 2022 en nieuwsbericht 3 februari 2022). Daarnaast bevat de tweede nota van wijziging (ingediend op 23 december 2022) een aantal “technische” aanpassingen van het wetsvoorstel.
Benodigde voorzieningen en maatregelen
Om te komen tot een goede opzet van de vertrouwenspersoon zullen organisaties een aantal maatregelen en voorzieningen moeten treffen. Hierbij gaat het onder andere om het vinden en opleiden van geschikte medewerkers voor het vervullen van de functie van interne vertrouwenspersoon. Als een organisatie kiest voor een externe vertrouwenspersoon zal er een contract moeten worden afgesloten. De onderneming zal daarnaast goede voorzieningen moeten treffen om de vertrouwenspersoon te ondersteunen bij het goed kunnen uitvoeren van zijn/haar werkzaamheden zoals een gespreksruimte, ICT-voorzieningen en administratieve ondersteuning. Ook dient de organisatie rekening te houden met het instemmingsrecht van de OR of personeelsvertegenwoordiging.
Termijnen
Afhankelijk van het aantal werknemers zijn verschillende invoeringstermijnen voorgesteld waarbinnen organisaties de tijd krijgen om de vertrouwenspersoon goed neer te zetten.
Technische verduidelijkingen rol en verantwoordelijkheden
Daarnaast heeft de initiatiefneemster een aantal technische aanpassingen aangebracht (m.b.t. artikel 13a Arbeidsomstandighedenwet (bijgewerkt wetsvoorstel d.d. 13 juni 2022) ten aanzien van de rol en de taken en verantwoordelijkheden van de vertrouwenspersoon binnen de organisatie:
Vervolg
Het wetsvoorstel staat in de week van 23 januari a.s. op de agenda van de Tweede Kamer om plenair te worden behandeld.
Update