Wanneer een incident binnen een onderneming aan het licht komt, is vaak de eerste vraag die in je opkomt: ‘hoe heeft dit kunnen gebeuren?’ Neem bijvoorbeeld het piramidespel van Madoff. Hij werd gezien als een betrouwbare familieman, met een goede reputatie. Schijn bedriegt, want hij is het brein achter een van de grootste aandelenfraudes die ons bekend is. Je zou kunnen denken dit komt door falend toezicht of te veel vertrouwen, maar wanneer we dit bekijken vanuit de psychologie zijn er verschillende andere theorieën te bedenken. Vandaag neem ik jullie mee in een van deze theorieën, namelijk de cognitieve dissonantietheorie. Daarnaast gaan we de komende weken dieper in op de psychologie door middel van een serie blogs.
Van praktijk naar theorie
De cognitieve dissonantietheorie is ontwikkeld door Festinger (1957). Hij ging ervan uit dat we streven naar een bepaalde consistentie in ons gedachtepatroon. Wanneer cognities, datgene wat we kennen of weten, niet overeenkomen met de omgeving, is er sprake van dissonantie. Deze dissonantie, oftewel spanning, proberen we op te lossen, want we voelen ons er niet prettig bij. Dit doen we door onze cognities bij te stellen en dus onze beslissingen te rechtvaardigen.
De andere kant opkijken
In het geval van Madoff heeft dit waarschijnlijk ook plaatsgevonden. Dat Madoff zijn frauduleuze praktijken zolang heeft kunnen volhouden heeft niet alleen te maken gehad met falend toezicht, maar ook met het feit dat zijn omgeving jarenlang (bewust en onbewust) een oogje heeft toegeknepen. Zij wilden niet weten wat er aan de hand was en negeerden alle signalen. Het vertrouwen dat zij in Madoff hadden strookte niet met hoe hij handelde. Bij het idee dat hij zich wellicht met frauduleuze praktijken bezig hield voelden zij zich ongemakkelijk, waardoor ze hun cognities omtrent Madoff aanpasten. Madoff hielp zelf ook mee deze cognities aan te passen door bijvoorbeeld veel geld aan goede doelen te schenken. Zo konden mensen zijn gedrag voor henzelf goedpraten.
Onaangename spanning op de werkvloer
De zaak van Madoff is een voorbeeld waarbij door cognitieve dissonantie crimineel gedrag is ontstaan en eigenlijk ‘aangemoedigd’. Iedereen krijgt te maken met cognitieve dissonantie. De ene keer kan dit grote gevolgen hebben, zoals in het geval van Madoff, maar het kan ook kleine gevolgen hebben. Zo kan cognitieve dissonantie niet integer-gedrag in de hand werken. Op de werkvloer gebeurt bijvoorbeeld veel op het gebied van groepsdynamica. Wanneer je immers bij een nieuw bedrijf gaat werken, probeer je je aan te passen aan de bedrijfscultuur die daar al bestaat. Je zult echter soms ervaren dat deze bedrijfscultuur niet altijd past bij jouw normen en waarden. Die ene nieuwe collega zit bijvoorbeeld altijd met het thuisfront te bellen en de ander is de hele dag aan het roddelen over andere collega’s. Aan het begin stoor je je hieraan, maar uiteindelijk wen je eraan en ga je er wellicht in mee. Je ervaart een dissonantie tussen wat je gelooft en wat je uiteindelijk doet. Om dit op te lossen stel je je cognities bij, voelde je je eerst niet fijn bij de bedrijfscultuur, nu merk je het niet eens meer.
Hoe praten we recht wat krom is?
Bij het bijstellen van onze cognities maken we gebruik van neutralisatietechnieken. Neutralisatietechnieken zijn geformuleerd door Sykes en Matza (1957). Mensen gebruiken neutralisatietechnieken om hun (wan)gedrag goed te praten. Zij zijn van belang voor de manier waarop een individu met sociale waarden en normen in ethisch lastige situaties omgaat. Oorspronkelijk is deze theorie ontworpen om jeugdcriminaliteit te verklaren, maar hij kan ook goed gebruikt worden voor het verklaren van niet integer gedrag binnen bedrijven.
Neutralisatietechnieken kunnen worden overgedragen op de werkvloer en daardoor onderdeel uitmaken van de bedrijfscultuur. In de volgende reeks blogs nemen enkele van mijn collega’s en ik u mee in de wereld van de neutralisatietechnieken. De volgende technieken passeren de revue:
Aan het einde van de reeks schrijven wij gezamenlijk een blog over de vraag: ‘Wat kunnen we hier nu aan doen?’
Lisa van Noort
Leerling Junior Compliance Officer