Op 23 februari 2018 wordt de Europese richtlijn Verzekeringsdistributie, Insurance Distribution Directive (verder IDD), van kracht. Deze richtlijn heeft betrekking op (her)verzekeraars, advies en bemiddelaars in verzekeringen en op bedrijven die verzekeringen aanbieden als aanvulling op een product of dienstverlening. De Autoriteit Financiële Markten (AFM) heeft, naast andere partijen, belangrijke informatie beschikbaar gesteld over de IDD. In dit artikel wordt een aantal belangrijke punten uiteengezet en toegelicht. Zodat u meer inzicht krijgt wat de IDD inhoudt en wat belangrijke punten zijn waar op 23 februari 2018 aan voldaan moet worden.
Doel van de IDD
Het hoofddoel van de IDD is de consumenten meer bescherming te bieden en tegelijkertijd een gelijk speelveld te creëren, ongeacht in welke lidstaat een verzekering wordt afgesloten. Daarnaast heeft de IDD tot doel een kader te creëren voor alle marktpartijen en daarmee een interne markt voor financiële diensten te bevorderen.
IDD en wetgeving
De IDD zal de Richtlijn Verzekeringsbemiddeling (IMD) gaan vervangen. De IDD dient te worden opgenomen in de Nederlandse wetgeving. Een aantal regels van de IDD wordt al geborgd in de Wft. Een ander deel dient nog te worden geïmplementeerd. De wetgever heeft dit uitgewerkt in het conceptwetsvoorstel van de Wft.
Scope van de richtlijn
De (oude) IMD richt op verzekeraars en tussenpersonen. De scope van de nieuwe richtlijn is echter veel breder. De IDD is van toepassing op (her)verzekeraars, adviseurs en bemiddelaars in verzekeringen. Daarnaast ook op bedrijven die bemiddelen in verzekeringen als aanvulling op een product- of dienstverlening, zoals een reis, fiets of auto. Tevens vallen alle soorten verzekeringen onder de IDD. Hierbij kan onder andere gedacht worden aan schadeverzekeringen, levensverzekeringen, zorgenverzekeringen en pensioenverzekeringen De vergunningplicht is aangepast onder de IDD en brengt met zich mee dat de volgende partijen, die eerder waren vrijgesteld, een vergunning moeten aanvragen:
De IDD zal echter niet gelden voor bemiddelaars in verzekeringen ter aanvulling op een goed of dienst als aan een aantal voorwaarden wordt voldaan. Zo dient allereerst de verzekering een aanvulling te zijn op een goed of dienst, en dekt de verzekering het risico van defect, verlies of beschadiging van het goed of het niet- gebruik van de dienst (of beschadiging of verlies van bagage en andere risico’s verbonden aan een geboekte reis). Daarnaast is in combinatie met bovenstaande het bedrag van de premie op jaarbasis pro rata berekend niet hoger dan €600,-.
Als een verzekering een aanvulling is op een dienst met een duur van 3 maanden of korter, en het bedrag van de premie per persoon niet hoger is dan €200,-, dan is de IDD sowieso niet van toepassing, los van bovengenoemde voorwaarden.
In verband met de wettelijke aanvangstermijn van 13 weken moeten de partijen die onder de vergunningsplicht gaan vallen uiterlijk op 24 november 2017 een vergunning hebben aangevraagd bij de AFM.
IDD en de 9 aandachtspunten
De AFM heeft verschillende aandachtsgebieden van de IDD op een rijtje gezet in een factsheet. Hieronder worden de verschillende aandachtspunten uiteengezet en toegelicht.
Productontwikkeling
De IDD schrijft nieuwe productontwikkelingsnormen voor aan partijen die verzekeringen ontwikkelingen, samenstellen en in de markt verkrijgbaar stellen (ontwikkelaars). Daarnaast gaan er ook nieuwe regels gelden voor adviseurs en bemiddelaars die verzekeringen distribueren (distribiteurs). De ontwikkelaars van verzekeringen dienen een adequaat productontwikkelingsproces in te richten, die zorgdraagt dat bij de productontwikkeling wordt voldaan aan de volgende regels uit de IDD:
Een bemiddelaar in verzekeringen dient een distributieproces in te richten. De distributiestrategie en de doelgroep dienen in lijn te zijn met die van de ontwikkelaar en daarnaast moet deze distributiestrategie periodiek worden geëvalueerd. Hierbij moet alle benodigde informatie van de ontwikkelaar worden verkregen, zodat de distributeur alle relevante kenmerken van het product, het productgoedkeuringsproces en de doelgroep begrijpt. En dat de schade aan klanten wordt beperkt, ondersteuning plaatsvindt van een behoorlijk management en rekening wordt gehouden met het belang van de klant.
Daarnaast zijn er ook regels omtrent de informatie aan en van de verschillende partijen in de keten. Zo dient de distribiteur, op verzoek van de ontwikkelaar, te voorzien in informatie over de verkoop en de uitkomsten van periodieke evaluatie van het productdistributieproces, zodat de ontwikkelaar het verzekeringsproduct adequaat kan evalueren. En heeft de distribiteur de plicht de ontwikkelaar te informeren als hij ontdekt dat een product niet bij de geïdentificeerde doelgroep past. Het is een grote uitdaging voor een distribiteur om het productontwikkelingsproces zo in te richten, dat het past bij hun dagelijkse praktijk en dat er voldoende controle ontstaat op de kwaliteit van de producten.
Wensen en behoeften
Verzekeringen en de bijkomende informatie moeten aansluiten bij de wensen en behoeften van de klant. Deze verplichting gaat gelden voor advies en execution only. Bij de inventarisatie van de wensen en behoeften kan worden afgegaan op de informatie die de klant zelf geeft. Hierbij hoeven geen aanvullende vragen te worden gesteld. Het inventariseren van de wensen en behoeften leidt niet tot het geven van advies in de zin van de Wft. Bij advies gaat om een gepersonaliseerde aanbeveling aan de klant. Dit advies komt tot stand op basis van de financiële positie, kennis, ervaring, doelstellingen en risicobereidheid van de klant. Let hierbij wel op dat de scheidslijn tussen execution only en advies dun is.
Transparantie
Een directe aanbieder moet de klant informeren over de manier waarop een verkoopmedewerker wordt beloond. Een adviseur of bemiddelaar moet de klant infomeren of deze rechtstreeks of via provisie wordt beloond. Daarnaast zijn er ook regels voor de adviseur en bemiddelaar omtrent transparantie. Zij moeten de klant informeren over een eventuele eigendomsverhouding met de aanbieder. Tevens moet er informatie verstrekt worden of het advies tot stand is gekomen op basis van een objectieve analyse. De AFM heeft hierbij aangegeven dat er sprake is van een objectieve analyse, als er een analyse wordt gemaakt van meer dan 50% van in de markt beschikbare, vergelijkbare verzekeringen.
Koppelverkoop
De normen omtrent koppelverkoop hebben betrekking op het bemiddelen in een verzekering als aanvulling op de verkoop van een roerende zaak of dienst aan een klant. In het geval dat de verzekering een aanvulling is op een roerende zaak of dienst, dan dient de klant ook de mogelijkheid te krijgen om de zaak of dienst zonder het afsluiten van de verzekering te kopen. In het conceptwetsvoorstel van de Wft valt de verkoop van een verplichte dienst, bijvoorbeeld een serviceabonnement bij een verzekering, niet onder het verbod op koppelverkoop. Echter zijn in de IDD voor deze situatie wel normen opgenomen.
Notificatieprocedure
In het conceptwetsvoorstel van de Wft wordt de notificatieprocedure voor (her)verzekeringsbemiddelaars en (onder)gevolmachtigde agenten aangepast. Het blijft hierbij ongewijzigd dat de AFM op de hoogte moet worden gesteld van het voornemen om in een andere lidstaat van de Europese Unie een bijkantoor te openen of diensten te verrichten. De informatie die daarbij moet worden verstrekt zal door de wetgever worden opgenomen in het besluit Markttoegang financiële ondernemingen Wft.
Uiterlijk een maand nadat de informatie is ontvangen door de AFM wordt deze mogelijk doorgestuurd aan de toezichthouder van de lidstaat waar de wens ligt te gaan bemiddelen. Hierbij heeft de AFM de mogelijkheid gekregen de informatie niet door te sturen naar de toezichthouder van een andere lidstaat, indien de AFM de bedrijfsvoering of financiële positie onvoldoende acht. In dat geval mogen de diensten niet worden verleend in de andere lidstaat. Wanneer de informatie is ontvangen door de toezichthouder in de andere lidstaat en dit ook is medegedeeld, mogen de activiteiten na een maand gestart worden in de andere lidstaat.
Standaardinformatiedocument IPID
De IDD schrijft voor dat verzekeraars in schadeverzekeringen een gestandaardiseerd informatiedocument moeten opstellen; het Insurance product information document (IPID). Dit betreft een verplichte gestandaardiseerde vorm.
De eisen zijn vastgelegd in de uitvoeringsverordening (EU) 2017/1469 van de Commissie van 11 augustus 2017. In het IPID is een samenvatting opgenomen van de verzekeringsdekking, de wijze en duur van betaling van premies, belangrijkste uitsluitingen en verplichtingen die uit de overeenkomst voorvloeien, de looptijd en wijze van beëindiging van de overeenkomst. Zowel adviseurs, bemiddelaars en directe aanbieders moeten dit document voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst verstrekken aan de klant.
De wijze waarop het IPID moet worden verstrekt wordt ook gereguleerd. Wanneer de verzekering bij een adviseur, een bemiddelaar of directe aanbieder aan tafel wordt gesloten, dat dient het IPID op papier te worden verstrekt. Wanneer de verzekering via internet wordt afgesloten, kan het informatiedocument op een duurzame drager worden verstrekt. Bij een duurzame drager moet de consument de informatie kunnen opslaan en dient gewaarborgd te zijn dat inhoud ervan niet wordt gewijzigd en dat de informatie gedurende een passende periode toegankelijk is. Een website kan slechts als duurzame drager worden aangemerkt indien de gebruiker noch de beheerder van de website de inhoud ervan eenzijdig kan wijzigen.
Belangenconflicten
Medewerkers mogen niet zodanig worden beloond of beoordeeld, dat er conflicten kunnen ontstaan en dat er niet in het belang van de klant wordt gehandeld.
Beleggingsverzekeringen
Wanneer geadviseerd wordt over een beleggingsverzekering dient de geschiktheid van de klant te worden vastgesteld. Hierbij moet worden aangegeven of de geschiktheid periodiek wordt beoordeeld. Wanneer er sprake is van bemiddeling, dan wordt er via een kennis- en ervaringstoets vastgesteld of de beleggingsverzekering passend is voor de klant. Tevens moet er een adequaat beleid gevoerd worden ter voorkoming en beheersing van belangenconflicten bij bemiddeling in beleggingsverzekeringen.
Ziektekostenverzekeringen
De IDD is ook van toepassing op ziektekostenverzekeraars en de bemiddelaars in deze verzekeringen. De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) houdt toezicht op het gedrag van zorgverzekeraars en zorgaanbieders. De NZa is verantwoordelijk voor het toezicht op de verstrekking van het IPID door zorgverzekeraars. De AFM houdt toezicht op de verstrekking van het IPID door bemiddelaars. Onder meer houdt de AFM hierbij toezicht op het aansluiten van de verzekering bij de wensen en behoeften van de klant.
Afsluitend
De nieuwe richtlijn heeft verstrekkende gevolgen voor de verschillende partijen die hier onder gaan vallen. Verzekeraars willen maanden extra tijd om te kunnen voldoen aan de regels die de introductie van de IDD met zich meebrengt. Insurance Europe, de koepel voor Europese verzekeraars, geeft aan dat het wenselijk is dat de IDD wordt uitgesteld. Het Verbond van Verzekeraars sluit zich hierbij aan. De voorgenomen aanpassingen in de Wft en de Bgfo zijn op dit moment nog niet definitief.
Bron: AFM