Per 1 april worden personen die vallen onder het tweede echelon getoetst op geschiktheid en betrouwbaarheid. Het nieuwe betrouwbaarheidsformulier dat toeziet op deze betrouwbaarheidstoets is vanaf heden beschikbaar gesteld door DNB. Het formulier en bijgaande instructies maken duidelijk hoe ondernemingen met een zetel in Nederland hun medewerkers in het tweede echelon moeten toetsen.
De te toetsen personen worden door DNB als volgt gedefinieerd: ‘Personen die werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van een bank of verzekeraar met zetel in Nederland, een leidinggevende functie vervullen direct onder het echelon van de beleidsbepalers en verantwoordelijk zijn voor natuurlijke personen van wie de werkzaamheden het risico van de onderneming wezenlijk kunnen beïnvloeden.’
De toetsing zal in de eerste instantie zelfstandig moeten gebeuren. Dit betekent dat de onderneming zelf toeziet op het invullen van het betrouwbaarheidsformulier. Ook het raadplegen van verschillende andere bronnen is vereist. Zo wordt verwacht dat de onderneming in de eigen systemen over informatie beschikt met betrekking tot de overtreding van interne complianceregels en dat kennisbanken en openbare bronnen worden geraadpleegd.
DNB raadt verder aan om relevante omstandigheden eventueel te onderzoeken middels een gesprek met de te toetsen persoon. Dit laatste is niet verplicht. Bij het toesturen van het onderzoek moet ook een kopie van het identiteitsbewijs en het C.V. worden bijgevoegd met de vernoeming van werkervaring, alle nevenfuncties, opleidingen en relevante cursussen.
Belangrijk om te vermelden is dat een wijziging in antecedenten verplicht moet worden doorgegeven aan de toezichthouder en het niet doorgeven hiervan kan leiden tot een nieuw antecedent. De toezichthouder kan vervolgens overwegen om een hertoetsing te laten plaatsvinden.
Bij het toetsen van het tweede echelon zal verder voorrang worden verleend aan personen die nieuw in dienst treden. Om te voorkomen dat deze toets verhindert dat personen lang moeten wachten tot zij kunnen beginnen, hanteert DNB een wettelijke beslistermijn. DNB verwacht eind 2015 alle te toetsen personen uit het tweede echelon getoetst te hebben op betrouwbaarheid.
In praktijk lijkt de toets op de beoordeling van betrouwbaarheid die de onderneming maakt bij personen in een integriteitsgevoelige functie. Op grond van het Bpr en het Bgfo heeft de onderneming reeds sinds 2004 de verplichting het beleid ten aanzien van integriteitsgevoelige functies te verantwoorden aan de toezichthouder. Wellicht dat er daarom geen overgangstermijn is voor het integreren van de nieuwe geschiktheid- en betrouwbaarheidseisen.
Bron: DNB