Maatschappelijke consultatie beloningsmaatregelen financiële sector opgestart

Afbeelding Maatschappelijke consultatie beloningsmaatregelen financiële sector opgestart

De minister van Financiën is op 17 juli 2018 een maatschappelijke consultatie gestart over mogelijke aanscherping van beloningsregels. In de beleidsnota schrijft de minister dat de Nederlandse financiële sector van groot belang is voor de economie en nationaal en internationaal een belangrijke rol speelt. Vertrouwen in de sector is essentieel. De minister geeft aan dat de sector serieuze stappen heeft gezet om bij te dragen aan herstel van vertrouwen, maar dat er nog veel moet gebeuren. Hij verwijst daarbij naar de maatschappelijke ophef die ontstond naar aanleiding van de salarisverhoging van de Ralph Hamers bij ING. De minister vindt het primair de verantwoordelijkheid van de sector om hiermee aan de slag te gaan. De gewenste cultuur en het gewenste vertrouwen kunnen niet met regelgeving alleen bevorderd worden. Sterker, een gezonde cultuur moet in de eerste plaats komen vanuit de sector zelf.

De minister geeft aan dat de overheid verder kan bijdragen aan herstel van vertrouwen door grenzen of voorwaarden aan beloningen te stellen. Op 17 juli 2018 is voor de Wet beloningsbeleid financiële ondernemingen een rapport ter evaluatie verschenen. Uitgangspunt van het kabinet hierbij is dat − waar mogelijk − voorkomen moet worden dat de belastingbetaler opdraait voor verliezen van falende banken en dat Nederland robuustere, sterkere banken krijgt.

Aanscherping beloningsregels


Door het kabinet worden drie wettelijke maatregelen met betrekking tot vaste beloningen overwogen:

  1. Introductie van de wettelijke verplichting tot terugvordering van een deel van de vaste beloning (boven een bepaald minimum) van bestuurders als er staatssteun aan een bank (of verzekeraar) wordt gegeven. Het doel van deze maatregel is om bestuurders meer persoonlijk verantwoordelijk te houden als de belastingbetaler (mede) opdraait voor verliezen van falende banken (of verzekeraars) (uitbreiding claw back).
  2. Introductie van de wettelijke verplichting dat bestanddelen van een vaste beloning waarvan de waarde afhankelijk is van de marktwaarde van de eigen onderneming, zoals aandelen, bij bestuurders en medewerkers gedurende een nog te specificeren aantal jaren moeten worden aangehouden. Het doel van deze maatregel is om de belangen van de bestuurder en medewerkers meer in lijn te brengen met het lange termijn belang van de onderneming.
  3. Introductie van de wettelijke verplichting dat het beloningsbeleid van financiële ondernemingen voorschrijft op welke wijze de beloningen van bestuurders en medewerkers zich verhouden tot de maatschappelijke functie van de onderneming. Ondernemingen moeten zich hiervan in de openbaarheid rekenschap geven. Het doel van deze maatregel is om te bewerkstelligen dat financiële ondernemingen voor de totstandkoming van beloningsvoorstellen meer rekening houden met de maatschappelijke functie van de onderneming en zich hierover nadien verantwoorden.

In de beleidsnota van de minister is het volgende opgenomen: “Nederland kent de strengste wet- en regelgeving op het terrein van beloningen in de financiële sector in de Europese Unie. Deze wetgeving en het toezicht door DNB en de AFM is gericht op het waar mogelijk voorkomen van perverse prikkels die ertoe kunnen leiden dat de stabiliteit van de onderneming in gevaar komt of het klantbelang wordt veronachtzaamd. De wetgeving richt zich om die reden tot dusverre primair op variabele beloningen. De maatregelen die worden overwogen, komen niet in Europa voor en kunnen raken aan het recht op eigendom zoals neergelegd in het 1e protocol voor het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Een zorgvuldige vormgeving van eventuele maatregelen gericht op vaste beloningen met onder meer oog voor proportionaliteit en de mogelijke effecten op het investerings- en vestigingsklimaat is dan ook van het grootste belang.”

Consultatiereactie


Het kabinet is de consultatie gestart en hoopt daarmee reactie te krijgen op de drie mogelijke wettelijke maatregelen met betrekking tot vaste beloningen. Meer in het bijzonder wordt verzocht in te gaan op de hiernavolgende vragen.

 Algemeen

  1. Wat zijn volgens u de voor- en nadelen van de drie maatregelen?
  2. Hoe zijn de genoemde doelen volgens u het meest effectief en efficiënt te behalen?
  3. Welke reikwijdte van deze drie maatregelen acht u aangewezen? U wordt verzocht hierbij per maatregel onderscheid te maken naar:
  4. a) soort onderneming: alleen banken (en verzekeraars) of ook andere financiële ondernemingen en zo ja, welke?; en
  5. b) soort functie: alleen bestuurders c.q. dagelijks beleidsbepalers of ook andere functies en zo ja, welke, of alle medewerkers?

Uitbreiding claw back

  1. Boven welk minimum of over welk percentage van de vaste beloning van bestuurders zou de wettelijke verplichting tot terugvordering zich volgens u moeten kunnen uitstrekken?
  2. Hoe lang na uitbetaling van de vaste beloning zou deze vatbaar moeten kunnen zijn voor terugvordering?
  3. Heeft u aanvullende aandachtspunten of opmerkingen bij deze maatregel?

Aanhouden aandelen e.a. in vaste beloning

  1. Gedurende welke periode(s) zouden aandelen en andere bestanddelen van een vaste beloning waarvan de waarde afhankelijk is van de marktwaarde van de eigen onderneming volgens u aangehouden moeten worden om de prikkels te richten op het lange termijn belang?
  2. Ziet u hierbij verschillen tussen de diverse financiële instrumenten?
  3. Ziet u hierbij verschillen voor bestuurders en andere functies c.q. medewerkers?
  4. Heeft u aanvullende aandachtspunten of opmerkingen bij deze maatregel?

Inbedding en verantwoording verhouding beloningen tot maatschappelijke functie onderneming

  1. Op welke wijze kan volgens u geborgd worden dat het beloningsbeleid van financiële ondernemingen voorschrijft op welke wijze de beloningen van bestuurders en medewerkers zich verhouden tot de maatschappelijke functie van de onderneming?
  2. Op welke wijze kan volgens u adequate openbare verantwoording worden vormgegeven van de wijze waarop de beloningen van bestuurders en medewerkers zich verhouden tot de maatschappelijke functie van de onderneming?
  3. Vindt u een rol van de toezichthouders De Nederlandsche Bank en/of de Autoriteit Financiële Markten hierbij wenselijk, en zo ja, hoe kan deze rol volgens u in de praktijk het beste worden vormgegeven?
  4. Heeft u aanvullende aandachtspunten of opmerkingen bij deze maatregel?

Proces


De consultatie is breed opgezet. Zowel betrokkenen vanuit consumentenorganisaties, de financiële sector, werknemersorganisaties, aandeelhoudersorganisaties en andere geïnteresseerden worden uitgenodigd een openbare reactie in te zenden. Reacties kunnen worden ingezonden tot en met uiterlijk 31 augustus 2018 via overheid.nl.

In aanvulling op dit consultatiedocument zal een rondetafelbijeenkomst worden georganiseerd met belanghebbenden over de drie maatregelen met betrekking tot vaste beloningen die worden overwogen. Afhankelijk van de uitkomsten van de consultatie zal de Raad van State om voorlichting worden gevraagd over de precieze juridische vormgeving. De Tweede Kamer zal eind 2018 over de bevindingen worden geïnformeerd.

Bron: overheid.nl