Kabinet reageert op het slotdocument van de commissie van Manen

Afbeelding Kabinet reageert op het slotdocument van de commissie van Manen

Minister Wiebes (EZK) heeft op 20 juni de reactie van het kabinet op het slotdocument van de Monitoring Commissie Corporate Governance Code (commissie Van Manen) aan de Tweede kamer gezonden.

In zijn brief gaat de minister eerst in op het stelsel van corporate governance in Nederland. Vervolgens wordt kort stilgestaan bij de resultaten van de monitoring van de naleving in het boekjaar 2016 en bij de conclusies van de commissie ten aanzien van de stappen die beursvennootschappen in 2017 hebben gezet met oog op de inwerkingtreding van de herziene code. Daarna volgt een overzicht van de vraagstukken die de commissie heeft geïdentificeerd. Per onderdeel wordt tevens een korte reactie gegeven van de conclusies van de commissie.

De commissie Van Manen heeft in haar slotdocument een eerste inventarisatie opgenomen van de herziene corporate governance code. Het kabinet geeft als reactie hierop aan dat zij in het bijzonder alert zullen zijn op wat de uitkomsten van de monitoring van de naleving van de herziene Code zullen brengen. Daarbij zal de aandacht in het bijzonder uitgaan naar het realiseren van de wettelijke streefcijferregeling ten aanzien van het aantal vrouwen aan de top. Het kabinet heeft daarbij aangegeven dat zij strengere maatregelen zal treffen als blijkt dat er in 2019 onvoldoende verbetering heeft plaats gevonden.

Beursvennootschappen zullen dit jaar (2018) voor het eerst gaan rapporteren over de naleving van deze herziene Code in hun bestuursverslag over het boekjaar 2017.

De nieuwe commissie die nog ingesteld moeten worden, krijgt het specifieke verzoek mee om de aandachtspunten die commissie Van Manen heeft genoemd mee te nemen in haar monitoren. En daarnaast zal tijdens de instelling van de nieuwe commissie specifiek aandacht gevraagd worden voor:

  • percentage vrouwen aan de top;
  • seksuele intimidatie;
  • rol van gedrag en cultuur binnen ondernemingen.

Bron: ministerie van Economische Zaken en de Monitoringscommissie Corporate Governance